Julius Schaub

Julius Schaub (München, 20 augustus 1898 – aldaar, 27 december 1967) was een Duitse militair. Hij was vanaf het begin van de jaren twintig tot aan diens dood in april 1945 de persoonlijke assistent van Adolf Hitler.

Julius Schaub
Geboren20 augustus 1898
München, Duitse Rijk
Overleden27 december 1967
München, Bondsrepubliek Duitsland
ReligieEvangelisch[1]
Land/zijde Duitse Rijk
Weimarrepubliek
 Nazi-Duitsland
Flensburgregering
 Duitsland
 West-Duitsland
Onderdeel Schutzstaffel
Dienstjaren1925 - 1945
Rang
Ere-SS-Obergruppenführer
EenheidStaf Reichsführer-SS[2]
BevelChefadjudant van Adolf Hitler
1941 - 30 april 1945[3]
Slagen/oorlogenEerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingenzie onderscheidingen
Portaal    Tweede Wereldoorlog
Schaub (links van Hitler), na de ondertekening van het Verdrag van München in 1938

Levensloop

Schaub groeide op in Beieren. In 1917, de Eerste Wereldoorlog was volop gaande, werd hij opgeroepen voor het leger. Hij werkte als hospik en raakte gewond aan beide voeten. Toen de oorlog voorbij was vond hij werk in zijn geboorteplaats München.

Na de oorlog lag Duitsland in puin. Dit bood ruimte voor de opkomst voor extremistische partijen, zowel aan de linker- als rechterzijde van het politieke spectrum. Schaub sloot zich aan bij de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) die onder leiding van partijleider Adolf Hitler snel veel aanhang verwierf. Schaub had lidmaatschapsnummer 81. Hij verloor zijn baan vanwege zijn lidmaatschap. Toen Hitler dat hoorde stelde hij hem aan als zijn persoonlijke assistent. In die hoedanigheid bewaakte en verzorgde hij Hitlers correspondentie, bewaakte zijn privékas en voerde (geheime) opdrachten uit, of zorgde er voor dat deze werden uitgevoerd.

De nazi's voelden zich in 1923 sterk genoeg om de macht te grijpen. Dit liep uit op een mislukte staatsgreep die bekend kwam te staan als de Bierkellerputsch. Schaub werd samen met Hitler en verschillende andere nazi's gevangengezet in Landsberg. Na zijn vrijlating in 1925 werd Schaub een van de eerste leden van de SS, te weten nummer 7.

Schaub keerde terug naar zijn oude functie als Hitlers adjudant. De beide mannen bouwden een vriendschap op. Zo was Hiter getuige bij Schaubs tweede huwelijk. Hij vergezelde Hitler vaak op reizen, reed als een van de weinigen mee in zijn auto en gaf orders door aan Hitlers lijfwachten. In 1943 werd hij benoemd tot SS-Obergruppenführer.

Een groep Duitse officieren pleegde op 20 juli 1944 een aanslag op Hitler. Kolonel Claus von Stauffenberg smokkelde een bom binnen in de Wolfsschanze, Hitlers hoofdkwartier in Oost-Pruissen. Op het moment dat de bom afging bevond Schaub zich in een ander gebouw. Vier personen vonden de dood. Schaub haaste zich na de ontploffing naar het gebouw, waar hij Hitler aantrof met minieme verwondingen.

Halverwege april 1945 was het intussen voor iedereen duidelijk dat de oorlog voor Duitsland was verloren. Schaub bleef tot 22 april 1945 bij Hitler in de Führerbunker. Hij staat op de laatste twee foto's die van Hitler bekend zijn, terwijl hij op 20 april de schade in de Duitse hoofdstad Berlijn aanschouwt.[4] Daarna kreeg Schaub de opdracht Hitlers privébezittingen- en papieren te vernietigen. Dat deed hij eerst in Berlijn. Vervolgens vloog hij naar München waar hij hetzelfde deed in Hitlers appartement aan de Prinzregentenplatz en daarna op de Berghof in Obersalzberg. Als laatste zorgde hij voor de vernietiging van Hitlers eigen trein.

Schaub werd op 8 mei 1945 gearresteerd in Kitzbühel door de Amerikanen onder de naam Josef Huber. Hij zat tot 17 februari 1949 gevangen. Hij werd getypeerd als meeloper en niet vervolgd wegens oorlogsmisdaden. In 1959 werd Schaub samen met Hitlers zus Paula geïnterviewd voor de BBC-documentaire Tyranny: The Years of Adolf Hitler.[5] De laatste jaren van zijn leven werkte Schaub als drogist.

Militaire carrière

Lidmaatschapsnummers

Onderscheidingen

Publicatie

  • In Hitlers Schatten: Erinnerungen und Aufzeichnungen des Chefadjutanten 1925 - 1945. ISBN 9783806112177
Laatste bewoners van de Führerbunker op datum van vertrek (1945)
20 april:Hermann Göring · Heinrich Himmler
21 april:Robert Ley · Karl-Jesko von Puttkamer
22 april:Karl Gebhardt · Julius Schaub · Christa Schroeder · Johanna Wolf · Eckhard Christian
23 april:Albert Bormann · Theodor Morell · Hugo Blaschke · Joachim von Ribbentrop · Albert Speer
24 april:Walter Frentz
28 april:Robert Ritter von Greim · Hanna Reitsch · Walter Wagner
29 april:Bernd Freytag von Loringhoven · Gerhard Boldt · Rudolf Weiss · Wilhelm Zander · Heinz Lorenz · Willy Johannmeyer
30 april:Nicolaus von Below
1 mei:Wilhelm Mohnke · Traudl Junge · Gerda Christian · Constanze Manziarly · Else Krüger · Otto Günsche · Walther Hewel · Ernst-Günther Schenck · Hans-Erich Voss · Johann Rattenhuber · Peter Högl · Werner Naumann · Martin Bormann · Heinz Linge · Erich Kempka · Heinrich Doose · Hans Baur · Georg Betz · Ludwig Stumpfegger · Artur Axmann · Günther Schwägermann · Ewald Lindloff · Hans Reisser · Armin D. Lehmann · Josef Ochs · Heinz Krüger · Werner Schwiedel · Gerhard Schach · Hans Fritzsche
2 mei:Helmuth Weidling · Hans Refior · Theodor von Dufving · Siegfried Knappe · Rochus Misch
Nog steeds aanwezig op 2 mei: Erna Flegel · Werner Haase · Helmut Kunz · Fritz Tornow · Johannes Hentschel · Liselotte Chervinska
Pleegde zelfmoord:Alwin-Broder Albrecht · Ernst-Robert Grawitz · Adolf Hitler · Eva Braun · Joseph Goebbels · Magda Goebbels · Wilhelm Burgdorf · Hans Krebs · Franz Schädle
Geëxecuteerd:Hermann Fegelein
Vermoord:kinderen van Goebbels · Blondi
Onbekend:Heinrich Müller
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.