Geschiedenis van het bibliotheekwezen

Dit artikel behandelt de geschiedenis van het bibliotheekwezen van de oudheid tot het heden.

De voorgevel van de Bibliotheek van Celsus in Efese, Turkije, die in de hellenistische tijd werd opgericht.

Oudheid

Bibliotheken zijn bijzonder oude instellingen. Er bestonden al bibliotheken in het oude Soemer en oude Egypte. De latere Assyriërs en Babyloniërs legden ook bibliotheken aan waarvan gedeeltes zijn teruggevonden en vertaald.

De bibliotheken waren in de oudheid bijna uitsluitend tempelbibliotheken waar nieuwe 'geestelijken' lezen, schrijven en het beheer van koninklijke en tempel-organisaties leerden. Deze bibliotheken bestonden uit rekken met kleitabletten. Meestal stond op het tablet een verwijzing in welk rek het thuishoorde. Een beroemde bibliotheek met kleitabletten is die van Ebla, die in vlammen is opgegaan. Daarbij werden de tabletten gebakken tot vrijwel onverwoestbare bakstenen die nog uitstekend te lezen zijn. In Egypte schreef men meestal op papyrus, gemaakt van stengels van het langs de Nijl overvloedig aanwezige papyrusriet. Overigens is het waarschijnlijk dat men in Mesopotamië en andere plaatsen ook op papyrus en dergelijke schreef maar daarvan is niet veel teruggevonden omdat papyrus veel vergankelijker is dan kleitabletten.

In de Griekse oudheid begonnen filosofen privébibliotheken aan te leggen. Vermaard waren de verzamelingen van de staatsman Solon en de filosoof Aristoteles. In Carthago, Fenicië en het Perzische Rijk waren grote bibliotheken in de belangrijkste steden maar de meeste werden verwoest tijdens oorlogen en stadsbranden zoals bij de verwoesting van Carthago bij de Derde Punische Oorlog. Volgens enkele passages in de Bijbelboeken koningen en kronieken hielden ook de Israelieten (nu verloren gegane) bibliotheken-archieven in stand bij de Joodse tempel en/of het koninklijk paleis in Jeruzalem waar geschiedenis-, bevolkings- en handelsgegevens werden bewaard.

Tijdens de bloeitijd van het Romeinse Rijk waren er in de belangrijkste steden bibliotheken, vaak bij de plaatselijke thermen waar men na de baden zich soms ontspande met het lezen van literatuur. Naar het schijnt waren er vooral grote bibliotheken in Rome en Carthago maar ook veel kleinere steden beschikten over bibliotheken. Vooral Marseille stond bekend als een centrum van beschaving met bibliotheken waar ook veel Romeinen en geromaniseerde autochtonen uit de Lage Landen zich verder bekwaamden in studie van bijvoorbeeld de Griekse en Latijnse literatuur. Tijdens en na de Grote Volksverhuizing werden veel bibliotheken verwoest zodat in Europa veel kennis verloren ging.

Alexandrië

De beroemdste bibliotheek van de oudheid was de bibliotheek van Alexandrië die in de hellenistische periode in Egypte werd gesticht. De Egyptisch-Griekse dynastie der Ptolemaeën wilde deze verzameling compleet maken, dat wil zeggen dat zij van alle hun bekende boeken een kopie wilden hebben. Een bekend verhaal is dat elk schip dat aanmeerde in de haven zijn boeken moest afgeven aan de bibliotheek. Dit werd dan gekopieerd en het origineel werd in de Alexandrina bewaard. De reizigers moesten zich tevreden stellen met de kopie. Van de Alexandrina zijn geen overblijfselen. Hoe deze bibliotheek aan zijn definitieve eind kwam is nog steeds een strijdpunt onder historici. Er zijn verschillende versies hierover in omloop. Al in de Romeinse tijd is er een brand geweest, en toen in de 7e eeuw de moslims kwamen oordeelde kalief Omar dat als deze boeken hetzelfde vertelden als de Koran, ze overbodig waren. Als de boeken iets anders zeiden waren ze onjuist. De boeken - meest papyrusrollen - werden dus, althans volgens deze omstreden legende, vernietigd. Maar hoogstwaarschijnlijk was er tegen het eind van de 4de eeuw al niet veel meer over van de bibliotheek. Er zijn ook enkele passages bekend van oude kroniekschrijvers die erop lijken te wijzen dat een flink deel van de bibliotheek naar Constantinopel verscheept werd nadat deze stad de hoofdstad van het (Oost)Romeinse rijk werd.

Fez

De oudste nog functionerende bibliotheek ter wereld bevindt zich in de Al-Qarawiyyinmoskee in Fez in het huidige Marokko. Deze werd in 859 gesticht door Fatima El-Fihriya.[1]

Middeleeuwen

In de islamitische wereld bouwde men doorgaans voort op de traditie van voorafgaande culturen. Zo ontstonden al vroeg nieuwe bibliotheken in Caïro, Bagdad, Kairouan, Granada en Córdoba. In Europa was de belangrijkste bibliotheek in Constantinopel. Verder waren er in Europa eigenlijk alleen kloosterbibliotheken van enige betekenis.

In de Middeleeuwen werden opnieuw enige seculiere (niet-kerkelijke) bibliotheken gesticht die onderdeel waren van de nieuwe universiteiten in Parijs, Genua en Venetië. Veel in Europa verloren gegane kennis kwam via Constantinopel en de Arabieren weer terug naar het noorden. In de Renaissance verspreidde zich allengs weer een intellectuele sfeer over West-Europa. De pausen richtten eind 15e eeuw de Biblioteca Apostolica Vaticana op.

Een zeer belangrijke uitvinding uit de late middeleeuwen was de drukpers die ervoor zorgde dat kennis zich voortaan snel kon verspreiden over een groot gebied en zo ook niet meer snel verloren kon gaan. Voorheen bestond van weinig gelezen werken de totale oplage meestal uit maar enkele tientallen exemplaren of zelfs maar een enkel handschrift. Zo is dan ook het overgrote deel van de antieke literatuur voor altijd verloren gegaan als het laatste afschrift van een boek uiteindelijk verdwenen was door slijtage, brand, diefstal of vandalisme. Door de boekdrukkunst werden van de meeste geschriften oplages van minstens enkele honderden stuks gemaakt zodat de kans op verloren gaan veel kleiner werd. De steeds ingewikkelder maatschappij bevorderde de geletterdheid van steeds meer mensen en hierdoor werd de potentiële markt voor boeken steeds groter. Hierdoor ging de ontwikkeling steeds sneller en werd de behoefte aan bibliotheken zo groot dat deze zich als een bosbrand over Europa en vervolgens over de rest van de wereld verspreidden.

Nieuwe Tijd

Vanaf het einde van de zestiende eeuw ontstaan er in Europa universiteitsbibliotheken, stadsbibliotheken en andere openbare bibliotheken. Tot de vroegste openbare bibliotheken van Europa behoren de Bodleian Library te Oxford (1602), de Biblioteca Angelica te Rome (1604), de Biblioteca Ambrosiana te Milaan (1609) en de Bibliotheca Thysiana in Leiden (1655).

Vele zaken die tegenwoordig vanzelfsprekend zijn voor een universiteitsbibliotheek, werden voor het eerst in praktijk gebracht door de bibliotheek van de Universiteit Leiden, zoals de publicatie van een gedrukte catalogus (1595). Vele bibliotheken uit het bezit van vorsten werden in de 19e eeuw overgenomen door de overheid: zo kwamen bijvoorbeeld de collecties van de hertogen van Beieren terecht in de Bayerische Staatsbibliothek te München, samen met het boekenbezit van vele in 1803 opgeheven kloosters. De hofbibliotheek van de Pruisische koningen vormt de oude kern van de huidige Staatsbibliothek zu Berlin. De collecties van de hertogen van Braunschweig vormen de basis van de Herzog August Bibliothek te Wolfenbüttel. Tegen 1900 had iedere zichzelf respecterende stad in de westerse wereld een bibliotheek. De grote hoofdsteden en universiteiten hebben bibliotheken met soms miljoenen boeken in hun collecties.

Vanaf het midden van de 19e eeuw begon vanuit Engeland de zegetocht van de openbare bibliotheek. Van oorsprong bedoeld om de arbeidersstand te verheffen, werd de openbare bibliotheek gaandeweg een instrument voor de democratisering van de maatschappij. Dit proces bereikte een hoogtepunt vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen het Unescomanifest de positie van de openbare bibliotheek in een gedemocratiseerde samenleving onderstreepte.

Heden

In de huidige wereld worden de bibliotheken steeds meer centra waar vele informatiestromen samengebracht worden en beschikbaar gemaakt voor klanten. De grootste bibliotheken ter wereld, zoals de Library of Congress, de British Library, de Bibliothèque nationale de France en ook de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, werken samen aan het grensoverschrijdend beschrijven, ordenen en ontsluiten van miljoenen publicaties.

Ook internet en andere elektronische infrastructuur en media versnellen dit proces van versmelting van informatie. Sommige onderzoekers denken dat dit proces zal leiden tot het ontstaan van een globaal brein dat ten slotte alle menselijke kennis integreert en dat overal ter wereld te raadplegen is. Dit toekomstperspectief leidt tot snelle vernieuwing van klassiek bibliotheekwerk.

Zie ook

    This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.