Formule 1 in 1950
Het Formule 1 seizoen 1950 was het eerste FIA Formula One World Championship seizoen. Het begon op 13 mei 1950 en eindigde op 3 september na zeven races. Het kampioenschap bestond uit zes Formula 1 races en de Indianapolis 500, die werd gereden onder AAA-reglementen. Emilio Giuseppe "Nino" Farina werd de eerste wereldkampioen Formule 1 door 30 punten te behalen. Alfa Romeo domineerde het wereldkampioenschap door alle races, op de Indianapolis 500 na, te winnen.
1e Formule 1-seizoen (1950)
| ||||
Volgende: 1951 Vorige: 1949 (Grand Prix) | ||||
Giuseppe (Nino) Farina, wereldkampioen 1950 | ||||
Algemene informatie | ||||
Races | 7 | |||
Coureurs | 90 | |||
Eindstand coureurs | ||||
1e plaats | ||||
2e plaats | ||||
3e plaats | ||||
|
Naast de voornoemde zeven races werden er ook Formule 1 races gereden die niet meetelden voor het kampioenschap.
Samenvatting seizoen
In het eerste wereldkampioenschap, dat werd gereden met een formule die motorcapaciteit begrensde tot 1.5 liter met een supercharger of 4.5 liter zonder supercharger, bleek Alfa Romeo onoverwinnelijk met hun legendarische Alfetta 158 met supercharger, door alle zes Europese races te winnen. Alfa-Romeocoureurs domineerde het kampioenschap met voorop Giuseppe Farina met een kleine voorsprong op Juan Manuel Fangio door zijn vierde plaats in de Grand Prix van België. Ondanks het feit dat de Indianapolis 500, die onder andere reglementen werd gereden, was inbegrepen in de kampioenschappen 1950 tot en met 1960, trok het zeer weinig Europese deelnemers en vice versa reden zeer weinig Amerikaanse coureurs mee tijdens Europese Grands Prix.
Kampioenschapspunten werden gegeven aan de top-vijffinishers (8, 6, 4, 3, 2). 1 punt werd gegeven aan de coureur met de snelste ronde. Slechts de beste vier van de zeven resultaten telden voor het kampioenschap. Punten werden verdeeld als meerdere coureurs één auto hadden gedeeld. Daarbij werd niet gekeken naar het aantal ronden die elke coureur had gereden.
Overzicht seizoen
14 teams (4 gesponsord door een automerk en 10 onafhankelijk) namen deel aan de zes Europese Grands Prix, naast een aantal privé ingeschreven auto's. Aan de Indianapolis 500 namen slechts Amerikaanse teams, constructeurs en coureurs deel. Het chassis, de motor en de wagennummers varieerden van race tot race.
Grands Prix
Ronde | Race | Circuit | Datum | Pole position | Snelste ronde | Winnaar | Constructeur | Banden | Verslag |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Silverstone | 13 mei | Pirelli | Verslag | |||||
2 | Monaco | 21 mei | Pirelli | Verslag | |||||
3 | Indianapolis | 30 mei | Firestone | Verslag | |||||
4 | Bremgarten | 4 juni | Pirelli | Verslag | |||||
5 | Spa-Francorchamps | 18 juni | Pirelli | Verslag | |||||
6 | Reims-Gueux | 2 juli | Pirelli | Verslag | |||||
7 | Monza | 3 september | Pirelli | Verslag |
Teams en coureurs
De volgende teams en coureurs concurreerden in het 1950 FIA Formule 1 kampioenschap.
Puntentelling
De eerste vijf geklasseerden kregen punten, te weten:
Plaats | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
---|---|---|---|---|---|
Punten | 9 | 6 | 4 | 3 | 2 |
Daarnaast kreeg de rijder met de snelste ronde ook nog 1 punt.
Uitslagen coureurs
De vier beste resultaten tellen mee voor de eindstand.
S Snelste ronde |
- ^ Positie gedeeld door meerdere rijders van dezelfde wagen
Resultaten niet-kampioenschapsraces
Formule 1-seizoenen |
---|
1950 · 1951 · 1952 · 1953 · 1954 · 1955 · 1956 · 1957 · 1958 · 1959 · 1960 · 1961 · 1962 · 1963 · 1964 · 1965 · 1966 · 1967 · 1968 · 1969 · 1970 · 1971 · 1972 · 1973 · 1974 · 1975 · 1976 · 1977 · 1978 · 1979 · 1980 · 1981 · 1982 · 1983 · 1984 · 1985 · 1986 · 1987 · 1988 · 1989 · 1990 · 1991 · 1992 · 1993 · 1994 · 1995 · 1996 · 1997 · 1998 · 1999 · 2000 · 2001 · 2002 · 2003 · 2004 · 2005 · 2006 · 2007 · 2008 · 2009 · 2010 · 2011 · 2012 · 2013 · 2014 · 2015 · 2016 · 2017 · 2018 · 2019 · 2020 · 2021 |