Dorothy Crowfoot Hodgkin

Dorothy Mary Crowfoot Hodgkin (Caïro (Egypte), 12 mei 1910Shipston-on-Stour (Engeland), 29 juli 1994) was een Brits scheikundige, kristallografe en grondlegster van de eiwitkristallografie. Haar werd de Nobelprijs voor Scheikunde toegekend "voor haar onderzoek naar de structuur van belangrijk biochemische stoffen met behulp van röntgentechnieken."

  Dorothy Crowfoot Hodgkin
12 mei 191029 juli 1994
GeboortelandEgypte
GeboorteplaatsCaïro
OverlijdensplaatsShipston-on-Stour
NobelprijsScheikunde
Jaar1964
RedenVoor haar onderzoek naar belangrijk biochemische stoffen met behulp van röntgentechnieken.
Voorganger(s)Karl Ziegler
Giulio Natta
Opvolger(s)Robert Burns Woodward
Portaal    Scheikunde

Biografie

Somerville College, Oxford, waar Hodgkin studeerde en doceerde.

Dorothy Mary Crowfoot was de oudste van de vier dochters van John Winter Crowford (1873-1959) en Grace Mary Hood (1877-1957). Haar vader was ten tijde van haar geboorte als archeoloog-historicus en docent werkzaam in Caïro. De eerste vier jaar van haar leven groeide ze op in Egypte. Na de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog werden Dorothy en twee jongere zusjes voor hun veiligheid naar Engeland gestuurd, waar ze werden grootgebracht door een kinderjuffrouw en hun grootmoeder. Pas aan het einde van de oorlog, in 1918, zag ze haar ouders terug.

In 1921 begon ze aan haar middelbareschoolopleiding aan de Sir Leman Grammar School in Beccles. Van jongs af aan ontwikkelde ze een passie voor de kristallen en chemische structuren, daarin aangemoedigd door haar moeder. Met het nodige privéonderwijs slaagde ze erin het toelatingsexamen te behalen voor toegang tot de Universiteit van Oxford. Op haar achttiende begon ze aan haar studie scheikunde aan Somerville College, het enige college van Oxford dat alleen voor vrouwen toegankelijk was. In 1931 slaagde ze voor haar bachelordiploma en het jaar erop voor haar master. Voor haar wetenschappelijke promotie studeerde ze aan Newnham College en het Mineralogisch Instituut van de Universiteit van Cambridge.

Onder begeleiding van John Desmond Bernal deed ze onderzoek naar sterolen en ontwikkelde ze methoden voor kristallografie met röntgenstralen. In 1934 keerde ze als research fellow terug naar Somerville, waar ze na haar promotie in 1937 opklom tot universitair docent. Margaret Thatcher specialiseerde zich in haar laatste jaar onder supervisie van Hodgkin in de röntgenstralings-kristallografie.[1][2] Pas in 1960 werd ze benoemd tot Wolfson Professor of the Royal Society, een leerstoel gefinancierd door de Royal Society. In 1977 ging ze met emeritaat. Verder was ze Chancellor van de Universiteit van Bristol van 1970 tot 1988 en president van de Pugwash van 1976 tot 1988. Vanwege haar reputatie als vredesactiviste en haar relatie met de linksgeörienteerde Bernal, mocht Hodgkin alleen de Verenigde Staten betreden met een CIA-verklaring. In 1987 ontving ze de Lenin vredesprijs.

In 1937 trad ze in het huwelijk met de historicus Thomas Lionel Hodgkin (1910-1982) en nam daarbij de achternaam van haar man aan (daarvoor had zij onder haar geboortenaam gepubliceerd). Samen kregen ze drie kinderen, zoon Luke (1938), dochter Elizabeth (1941) en zoon Toby (1946). Op haar vierentwintigste kreeg Hodgkin last van pijn in haar handen. Een bezoek aan een arts leidde tot de diagnose van reumatoïde artritis, die progressief verergerde met uiteindelijk verlamming en misvormingen in handen en voeten tot gevolg. Uiteindelijk bracht ze een groot deel van haar leven door in een rolstoel. Ondanks haar handicap bleef ze volharden in haar werk.

Werk

Cobalamin

Hodgkin onderzocht de techniek van röntgenkristallografie welke in 1912 was ontwikkeld door William en Lawrence Bragg. Dit is een methodie die gebruikt wordt om driedimensionale structuren van kristallen, waaronder biomoleculen, te bepalen. Haar belangrijkste onderzoeken waren de bepaling van de structuur van cholesteryl-jodide (1943), penicilline (1944) en cobalamine (vitamine B12) in 1963. Van penicilline ontdekte ze dat er sprake was van een ongewone ringstructuur die nu bekendstaat als β-lactamstructuur, een ontdekking welke belangrijke aanwijzingen verschafte over de manier waarop het antibioticum werkte. In 1964 werd haar hiervoor de Nobelprijs voor Scheikunde toegekend.

Order of Merit voor Dorothy Hodgkin

Hoewel Hodgkin reeds in 1935 de eerste röntgenopnames van insulinekristallen publiceerde[3] lukte het haar pas om in 1969, na 35 jaar onderzoek, de ware structuur van insuline, een molecule met meer dan 800 atomen, te ontrafelen.[4] Ze wordt gezien als een van de eerste wetenschappers op het gebied van röntgenkristallografische studies naar natuurlijke moleculen. In 1965 werd ze lid van de Order of Merit, de hoogste burgerlijke onderscheiding in het Verenigd Koninkrijk. Na Florence Nightingale was ze de tweede vrouw die met deze orde werd vereerd. In 1976 werd haar de Copley Medal toegekend. In 1982 werd Hodgkin de Gouden Lomonosov-medaille toegekend door de toenmalige Academie van Wetenschappen van de USSR.

Zie de categorie Dorothy Hodgkin van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.