Bijbelvertaling

Een Bijbelvertaling is de tekst van de Bijbel in een andere taal dan die van de brontekst, die geschreven is in het Hebreeuws, Aramees of Koine-Grieks. Sommige vertalingen zijn niet rechtstreeks uit de brontaal vertaald, maar zijn vertaald uit een andere vertaling dan de oorspronkelijke talen.

Deel van een serie artikelen over het
christendom
Pijlers
Christelijke feesten

Portaal   Christendom

Er zijn vertalingen van de volledige Bijbel in meer dan 694 talen.[1] Delen van de Bijbel zijn vertaald in meer dan 2.000 talen.

Geschiedenis van Bijbelvertaling in het algemeen

Ethiopische Bijbel
Gutenbergbijbel (gedrukte Bijbel)

In de synagoge wordt de Tenach in het Hebreeuws gelezen. In het christendom is daarentegen de Bijbel al snel vertaald. Het Oude Testament, oorspronkelijk grotendeels in het Hebreeuws geschreven, las men in de Griekse vertaling, de Septuagint, die door Griekstalige Joden vertaald was. De geschriften die in het Nieuwe Testament zijn terechtgekomen, zijn geschreven in het Koinè (Grieks).

Reeds in de tweede eeuw werden delen van de Bijbel in andere talen vertaald, te beginnen in het Latijn (de Vetus Latina) en het Syrisch, een dialect van het Aramees. Oude handschriften zijn er verder in het Koptisch (vanaf derde eeuw), Armeens (vanaf vijfde eeuw), Georgisch (vanuit het Syrisch, vanaf de zevende eeuw vanuit het Grieks), Gotisch (vanaf de vierde eeuw, waarschijnlijk vanuit het Latijn; het handschrift dateert uit de zesde eeuw) en Oudkerkslavisch (negende eeuw). Verder waren er vertalingen in onder meer het Arabisch, Nubisch, Perzisch, Angelsaksisch en Oud-Duits.[2] Het christendom was missionair en men vond het daarom belangrijk dat mensen de Bijbel konden lezen en horen in hun eigen taal. In het nabije oosten van de late oudheid ging een Bijbelvertaling in een bepaalde taal vaak samen op met natievorming (bijvoorbeeld Armeens en Georgisch).

Geleerden als Origenes (tweede-derde eeuw) en Hiëronymus (vierde eeuw) spanden zich in om een zo zuiver mogelijk tekst te verkrijgen. Origenes legde zes vertalingen van het Oude Testament naast elkaar, de beroemde, maar grotendeels verloren gegane Hexapla. Hiëronymus vervaardigde een Latijnse vertaling van de gehele Bijbel, de Vulgaat, ter vervanging van de minder nauwkeurige Vetus Latina.

Vanaf de negende eeuw werd in de Griekssprekende kerk de Bijbeltekst steeds meer gestandaardiseerd. Zo ontstond de Byzantijnse tekst, de grootste groep Griekse handschriften met een tekst die in hoge mate identiek is. Aan het einde van de Middeleeuwen ontstond het humanisme, dat een grote belangstelling had voor oude teksten en daarmee ook voor de brontekst van de Bijbel. Desiderius Erasmus verzorgde als eerste een gedrukte uitgave van het Griekse Nieuwe Testament, die gebaseerd was op enkele Byzantijnse handschriften. Samen met enkele licht verschillende latere edities staat deze tekstvorm tegenwoordig bekend als de Textus receptus. Voor het Oude Testament gingen humanisten te rade bij Joden, die technieken hadden ontwikkeld om het kopiëren van fouten tegen te gaan, waardoor de Hebreeuwse (Masoretische) tekst goed is overgeleverd. De uitvinding van de boekdrukkunst maakte een eind aan het kopiëren van fout op fout.

De protestantse kerkhervormers en hun volgelingen gingen ertoe over vertalingen te maken vanuit het Hebreeuws en het Grieks naar de volkstalen; het Duits (Lutherbijbel); Nederlands (Statenvertaling), Engels (King Jamesvertaling of Authorized Version). Tot die tijd waren bijbels in het Westen vertalingen van de Vulgaat. Voor de Rooms-Katholieke Kerk bleef de Vulgaat de norm. Het Concilie van Trente bevestigde dit nog eens in 1546. Tot 1943 moesten alle vertalingen, wilde de Rooms-Katholieke Kerk ze gezag toekennen, getoetst worden aan de Vulgaat.

De Bijbelwetenschappen maakten vanaf de zestiende eeuw tot nu grote vorderingen; men vond steeds meer en oudere handschriften van het Oude en van het Nieuwe Testament. Door middel van tekstkritiek van de Bijbel benaderde men de oorspronkelijke tekst steeds meer. Daarnaast raakte er door opgravingen en nieuw ontdekte en ontcijferde teksten veel meer bekend over het oude oosten. Ook ontwikkelde de historische en literaire bestudering van de Bijbel zich in de negentiende eeuw tot een volwassen wetenschap. In de twintigste eeuw kwam daar ook de vertaalwetenschap bij.

Vanaf 1804 kwamen de Bijbelgenootschappen tot stand, in 1814 werd het Nederlands Bijbelgenootschap opgericht. In 1942 werden de Wycliffe Bijbelvertalers opgericht, die op het zendingsveld de Bijbel vertalen in inheemse talen.

Bijbelvertalen is een gevoelig onderwerp. Illustratief zijn de protesten in Duitsland tegen de weergave van het kerstevangelie in de Lutherbijbel in 1975 en in Nederland de felle reacties op de Groot Nieuws Bijbel. De Gereformeerde Bijbelstichting aanvaardt alleen de Statenvertaling, mits die niet herzien is, alleen de spelling mag worden gemoderniseerd.

Verschillende vertalingen

Vertaalprincipes

Vertalers kunnen verschillende vertaalprincipes hanteren. Het belangrijkste verschil is het onderscheid tussen dynamische en formele equivalentie.

Het principe van formele equivalentie houdt in dat de vorm van de brontekst zo precies mogelijk in de doeltaal wordt omgezet. In het uiterste geval wordt de grammatica en de zinsbouw van de doeltaal genegeerd. Een voorbeeld is de Hebreeuwse constructie die te zien is in de uitdrukkingen boek der boeken, koning der koningen, lied der liederen, ijdelheid der ijdelheden enzovoorts, die destijds eigenlijk geen goed Nederlands was. Dit soort vertalingen wordt ook wel concordante vertalingen genoemd. Onder concordant wordt verstaan dat hetzelfde woord in de brontaal ook in de doeltaal steeds met hetzelfde woord wordt weergegeven.

Het principe van dynamische of functionele equivalentie houdt in dat de betekenis van de brontekst zo precies mogelijk in de doeltaal wordt omgezet.[3][4] Dit soort vertalingen zijn goed leesbaar in de doeltaal. Het ideaal van de Nieuwe Bijbelvertaling bijvoorbeeld is zowel brontekstgetrouw (niet brontaalgetrouw) als doeltaalgericht te zijn. Dat wil zeggen: men probeert in zo goed mogelijk Nederlands de betekenis van de brontekst zo goed mogelijk weer te geven, waarbij taalkenmerken van de brontaal niet meer zichtbaar hoeven te zijn. Hierbij houdt men rekening met het soort tekst; met poëtische kenmerken, of er sprake is van verheven hoftaal of van platte markttaal enzovoorts.[5] Een ander kenmerk is dat men vaak inclusief vertaalt: woorden die in de brontaal zowel mannen als vrouwen kunnen aanduiden (zoals adelphoi, 'broeders') worden vertaald met broeders en zusters, tenzij het duidelijk is dat er geen vrouwen bedoeld worden.

Elke vertaling heeft zowel formeel-equivalente als dynamisch-equivalente aspecten, maar de vertaalmethode zet een koers uit tussen deze ijkpunten. De ene vertaling hecht sterk aan concordantie en is minder begrijpelijk in de doeltaal, bijvoorbeeld de Naardense Bijbel. Aan de andere kant van het spectrum, bijvoorbeeld bij de Bijbel in Gewone Taal, is de vorm van de brontekst volledig ondergeschikt aan een begrijpelijke weergave in een bepaald taalregister van het Nederlands.

Keuzes

Vertalers komen voor verschillende keuzen te staan. De eerste is de vraag welke tekst ze gaan vertalen. Om praktische redenen kan men, bijvoorbeeld in een zendingssituatie, kiezen voor het vertalen van een al bestaande vertaling. Voor de rooms-katholieken was het ooit een principe dat de vertaling op de Vulgaat moest steunen. Voor nieuwere Bijbels kiezen zowel rooms-katholieken als protestanten voor de gezaghebbende wetenschappelijke brontekstuitgaven. Voor het Nieuwe Testament kiest men het Novum Testamentum Graece. Het Oude Testament wordt vertaald van de tekst van de Codex Leningradensis, die wordt uitgegeven als Biblia Hebraica Stuttgartensia. De deuterocanonieken worden vertaald uit de Septuagintuitgave uit Göttingen (of de editio minor van Rahlfs). Voor het Nieuwe Testament van de Herziene Statenvertaling is gebruikgemaakt van de Textus receptus; zelfs het onechte Comma Johanneum is weergegeven. Voor het Oude Testament van de HSV is wel gebruikgemaakt van nieuwe inzichten, bijvoorbeeld van de Dode-Zeerollen.

Een andere vraag is in hoeverre de cultuur uit de tijd van de Bijbel moet worden doorvertaald. Sommige vertalingen behouden termen uit de brontekst (centurio, litra), terwijl andere vertalingen deze weergeven met een Nederlands woord.

Bijbelvertalers moeten ook kiezen hoe de Bijbeltekst wordt ingedeeld. De indeling in hoofdstukken en verzen zijn latere toevoegingen aan de Bijbel. Per afgebakend gedeelte moet er vaak gekozen worden voor een passend opschrift.

Andere oorzaken en redenen

Er bestaan nog meer oorzaken en redenen voor het bestaan van verschillende Bijbelvertalingen.

  1. De ontvangende talen, bijvoorbeeld het Nederlands, zijn levende talen, die steeds veranderen. Talen vergaren continu nieuwe woorden en manieren om uitdrukking aan ideeën te geven, oude woorden raken in vergetelheid of krijgen in het algemeen spraakgebruik een andere betekenis.[6] Om de Bijbel begrijpelijk te laten blijven voor nieuwe generaties is periodiek een hertaling / nieuwe vertaling nodig.
  2. Sinds de zestiende eeuw is er vooruitgang geboekt in het vaststellen van de tekst van met name het Nieuwe Testament. Vóór de uitvinding van de boekdrukkunst werden Bijbels met de hand overgeschreven. Daarbij werden fouten gemaakt die mee werden gekopieerd. In de westerse kerk was er maar weinig kennis van Hebreeuws en Grieks, men las er kopieën van de Latijnse Vulgaat, waarvan om dezelfde reden veel verschillende versies de ronde deden. In de zestiende eeuw kwam er belangstelling voor het Griekse en Hebreeuwse origineel, die bewaard waren gebleven in de Oosters orthodoxe kerk en het Jodendom. De vertalingen van de Hervorming, bijvoorbeeld de King James Version, de Lutherbijbel en de Statenvertaling zijn wat het Nieuwe Testament betreft, vertalingen van de Textus receptus. Deze tekst is de uitkomst van de versies die Erasmus ter beschikking had, waarvan de meeste het product waren van eeuwenlang kopiëren in de Kloosters van de Oosterse of Byzantijnse kerk. Sedert de zestiende eeuw heeft men daarna talloze handschriften gevonden, en is algemeen tot de conclusie gekomen dat de Byzantijnse tekst, waarvan de vroegste getuige uit de vijfde eeuw dateert (Codex Alexandrinus), afwijkt van de oorspronkelijke. Met behulp van de tekstkritiek van de Bijbel heeft men de tekst gereconstrueerd. Voor de NBG 1951 maakte men in de eerste helft van de twintigste eeuw gebruik van de grote perkamenten bijbels uit de vierde eeuw die in de 19e eeuw waren ontdekt, de Codex Sinaiticus, de Codex Vaticanus en andere. Voor de Nieuwe Bijbelvertaling en de Groot Nieuws Bijbel kon men in de tweede helft van de twintigste eeuw gebruikmaken van nog oudere handschriften op papyrus, zoals de Papyrus 45 en 46 van de Chester Beatty papyri en Papyrus 66 en 75 van de Bodmer papyri. De overgeleverde tekst van het Oude Testament, de Masoretische tekst is heel wat minder corrupt gebleken dan die van het Nieuwe. Toch zijn ook hier nog teksten duidelijker geworden met de ontdekking van de Dode-Zeerollen.
  3. Verder zijn er meerdere Bijbelvertalingen, omdat men tracht Bijbels te maken voor verschillende doelgroepen. De Groot Nieuws Bijbel bijvoorbeeld is geschikt als kennismaking met de Bijbel, maar voor een eredienst kiest men liever de Nieuwe Bijbelvertaling. Ook zijn er Bijbels in allerlei dialecten. Het Bijbelgenootschap werkt aan een vertaling in eenvoudig Nederlands.
  4. Het christendom is in de 2000 jaar van zijn bestaan verdeeld geraakt in verschillende kerken, stromingen en sekten. Die vertrouwen elkaar niet altijd als het om Bijbelvertalingen gaat. Voorbeelden zijn:
    • De Rooms-Katholieke Kerk accepteerde tot 1943 alleen Bijbelvertalingen die teruggingen op de Vulgaat of daarmee in overeenstemming waren gebracht. Bovendien hadden de protestanten ongeveer 10 boeken buiten de Bijbel geplaatst die men de deuterocanonieke boeken noemt. Katholieke Bijbelvertalingen zijn de Petrus Canisiusvertaling en de Willibrordvertaling. De Willibrordvertaling uit 1995 is ook populair bij protestanten.
    • De voorman van de Vergadering van gelovigen, Darby, maakte een eigen vertaling in het Engels. De Nederlandse Vergadering maakte de Telosvertaling.
    • Jehova's getuigen staan van oudsher wantrouwig ten opzichte van andere groeperingen. Zij hebben de Nieuwewereldvertaling gemaakt. Over de hele wereld worden vertalingen van de Engelse versie verspreid.
    • Bevindelijk gereformeerden wijzen feitelijk elke vertaling behalve de Statenvertaling af; andere groepen accepteren wel de Herziene Statenvertaling.
    • De meeste protestanten lazen de laatste vijftig jaar de bijbel van het Nederlands Bijbelgenootschap. De voorlaatste uitgaven van het Nederlands Bijbelgenootschap werden samen met de Katholieke Bijbelstichting gemaakt en zijn zowel met als zonder deuterocanonieke boeken te koop (GNB; NBV).
    • Stichting BasisBijbel kwam in 2013 met een Bijbel in makkelijk Nederlands. Deze vereenvoudiging van met name de Statenvertaling is uitgegeven zodat iedereen, met name ook jongeren, de Bijbel in begrijpelijke taal kunnen lezen.
    • Het Nederlands Bijbelgenootschap kwam in 2014 met een geheel nieuwe Bijbelvertaling in "Gewone Taal"; de dagelijkse omgangstaal. Uitgangspunt van deze vertaling is duidelijkheid. Weinig eerdere vertalingen stelden zichzelf ten doel om teksten te bieden die voor gewone lezers direct begrijpelijk zijn.

Organisaties

Kantoor Nederlands Bijbelgenootschap

Wereldwijd zijn op het gebied van Bijbelvertaling onder meer de volgende organisaties actief:

  • De Wereldfederatie van Bijbelgenootschappen of de United Bible Societies (1804) is de overkoepelende organisatie van ongeveer 160 Bijbelgenootschappen, waaronder het Nederlands Bijbelgenootschap (1814), het Vlaams Bijbelgenootschap, het Deutsche Bibelgesellschaft
  • Het Nederlands Bijbelgenootschap (1814) en het Vlaams Bijbelgenootschap. Deze Bijbelgenootschappen geven voorlichting over de Bijbel en Bijbelvertalen. Bijbelvertalen in het Nederlands en de Nederlandse streektalen wordt vaak in samenwerking gedaan met anderen. De Nieuwe Bijbelvertaling bijvoorbeeld is een samenwerkingsproject van het Nederlands en het Vlaams Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting. Het Nederlands Bijbelgenootschap geeft veel voorlichting over de Bijbel en Bijbelvertaling. Over Bijbelvertalen geeft het Bijbelgenootschap onder meer het kwartaalblad Met andere woorden uit. Het Nederlands Bijbelgenootschap zamelt daarnaast steeds geld in om Bijbelvertaling en Bijbelverspreiding internationaal mogelijk te maken.
  • De Deutsche Bibelgesellschaft, gevestigd te Stuttgart, is internationaal belangrijk als uitgever van wetenschappelijke edities zoals de Hebreeuwse Bijbel, de Septuaginta, het Griekse Nieuwe Testament en de Vulgaat. Daarnaast vervult het de taken van een nationaal Bijbelgenootschap.
  • Wycliffe Bijbelvertalers is een zendingsorganisatie die zich ten doel stelt dat elk volk de Bijbel in de eigen taal zal kunnen lezen. Het werk begon in 1917, de stichting werd opgericht in 1942, de Europese tak in 1968. Wycliffe-vertalers moeten vaak eerst de taal of de groep talen waar ze mee bezig zijn leren en op schrift stellen, voor ze kunnen beginnen met het eigenlijke vertaalwerk.
  • Biblica, voorheen bekend als International Bible Society (IBS) is een organisatie met diverse kantoren wereldwijd. Zij zet zich in om het Evangelie in hedendaagse, maar accurate vertalingen te verspreiden. De meestverkochte bijbelvertaling wereldwijd is van Biblica. Dit is de Engelse New International Version (NIV). De afwijking in de regel betreft de Nederlandse bijbelvertaling van Biblica; Het Boek. Dit is een begrijpelijke, maar licht vereenvoudigde vertaling. Biblica heeft de commerciële rechten van Het Boek uitbesteed aan uitgeverij Jongbloed en werkt missionair samen met de ZakBijbelBond.
  • Die Bybelgenootskap van Suid-Afrika is in 1820 opgericht, en is een van de leden van de Wereldfederatie van Bijbelgenootschappen. De organisatie is betrokken geweest bij 18 vertalingen en 12 herzieningen. De Bijbel is in bijna alle officiële talen van Zuid-Afrika (11 in getal) vertaald, naar verwachting is de vertaling in het Zuid-Ndebele eind 2012 als laatste klaar. Voor de mensen die Afrikaans spreken (op dit moment zo’n 5 miljoen) is men reeds sinds 1876 aan het vertalen. De eerste complete Afrikaanstalige Bijbels zijn er sinds 1933. Ook het Afrikaans is een levende taal, zodat ook de Afrikaanse Bijbelvertaling inmiddels herzien is. Luidde Johannes 3:16 in 1953 nog "Want so lief het God die wêreld gehad, dat Hy sy eniggebore Seun gegee het, sodat elkeen wat in Hom glo, nie verlore mag gaan nie, maar die ewige lewe kan hê", was dat in 1983 (AF83) "God het die wêreld so lief gehad dat Hy sy enigste Seun gegee het, sodat dié wat in Hom glo, nie verlore sal gaan nie maar die ewige lewe sal hê" geworden.[7]

Overzicht van bestaande vertalingen

Enkele Bijbelvertalingen in de bibliotheek in het Hoofdgebouw van de Vrije Universiteit Amsterdam

Niet-Nederlandse bijbelvertalingen

De volgende "klassieke" Bijbelvertalingen van buitenlandse origine hebben een grote invloed (gehad):

Vertalingen in het Nederlands

Voor het Nederlandse taalgebied zijn vrij veel verschillende vertalingen gemaakt, waarvan hieronder een overzicht staat.

Vóór de Statenvertaling

Rijmbijbel (1271)

De Rijmbijbel van Jacob van Maerlant kan nog geen echte Bijbel worden genoemd, maar verdient zeker vermelding. Als basis voor de Rijmbijbel diende de Historia Scholastica van Petrus Comestor.

Luikse diatessaron (ca. 1280)

Het Luikse diatessaron is een Dietse vertaling (in een West-Limburgs dialect) van een West-Europese harmonisatiepoging van de vier canonieke evangeliën op basis van de Latijnse Vulgaat. Het is vergelijkbaar met het Diatessaron dat Tatianus rond het jaar 170 in Syrië in het Koine-Grieks of Syrisch schreef, maar stamt daar niet van af. Behalve deze compilatie van canonieke evangeliën bevat het Luikse diatessaron geen andere Bijbelboeken.

Hernse Bijbel (1361)

De Hernse Bijbel, van de Bijbelvertaler van 1360 (door sommigen geïdentificeerd als de monnik Petrus Naghel), was de eerste vertaling van de Vulgaat naar de volkstaal, het Middelnederlands. Deze vertaling kwam tot stand in het kartuizerklooster van Herne en zou de basis vormen voor de Delftse Bijbel.

Delftse Bijbel (1477)

De Delftse Bijbel is de eerste Bijbel die in het Nederlands werd gedrukt. De vertaling is van omstreeks 1360 en is ontstaan in het kartuizerklooster van Herne (nabij Brussel). Het Nieuwe Testament en de psalmen ontbreken. De Bijbel werd gedrukt in 1477.

Van Liesveltvertaling (1526-1542)

De Van Liesveltvertaling is de eerste volledige Nederlandstalige Bijbel. Jacob van Liesvelt verzorgde de eerste uitgave van 1526 op basis van de Lutherse vertaling van het Nieuwe Testament; het Oude Testament baseerde hij nog geheel op de Vulgaat. De uitgave van 1535 bevatte de complete vertaling van Maarten Luther. De uitgave van 1542 bevatte ook Luthers kanttekeningen.

'Leuvense Bijbel' van Nicolaas van Winghe (1548) – 'Moerentorfbijbel' (1599)

Deze vertaling werd in 1548 gemaakt door de Leuvense augustijnermonnik Nicolaas van Winghe, op basis van de in 1547 door de Leuvense professor Johannes Henten herziene versie van de Vulgaat. Van de 'Leuvense Bijbel' zijn vele herdrukken verschenen. In 1566 verscheen een druk bij Plantijn in Antwerpen, in 1599 verscheen een nieuwe druk bij Jan Moerentorf (Moretus), schoonzoon en opvolger van Plantijn. In deze druk is de vertaling van Van Winghe gecorrigeerd volgens de nieuwe officiële editie van de Vulgaat na het Concilie van Trente. De 'Leuvense Bijbel' of 'Moerentorfbijbel' bleef tot in de 19de eeuw de rooms-katholieke standaardtekst van de Nederlandse Bijbelvertaling.

Deux-Aesbijbel (1561-1568)

Het Oude Testament van de Deux-Aesbijbel is vertaald uit de bijbel van Maarten Luther door Godfried van Wingen en het Nieuwe Testament door Gillis van der Erven. De Liesveldtbijbel heeft ook als bron gediend.

De bijbel is genoemd naar een kanttekening bij Nehemia 3:5, waarin staat Deux aes en heeft niet. Six cinque en geeft niet. Maar quater drij, die helpen vrij. De cijfers verwijzen naar de ogen op een dobbelsteen. De armen (2 en 1) hebben niets om te geven, de rijken (6 en 5) zijn gierig, en de middenklasse (4 en 3) is vrijgevig.

Statenvertaling (1637)

Statenvertaling

De Statenvertaling is een van de oudste Nederlandse vertalingen (1637), die, met taalkundige aanpassingen, nog steeds gebruikt wordt in sommige kerken van conservatief-protestantse signatuur. Hij heet zo omdat de opdracht ertoe indertijd door de Staten-Generaal werd gegeven. De Statenvertaling is rechtstreeks uit het Hebreeuws en Grieks gemaakt. Kenmerkend voor deze vertaling is het archaïsche woordgebruik. Deze vertaling valt te vergelijken met de Engelse Authorised Version (King James Version). Het taalgebruik in deze vertaling heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Nederlands. Zo zijn veel spreekwoorden en gezegden die vandaag nog gebruikt worden terug te vinden in de Statenvertaling.

Op deze plaats dient ook vermeld te worden de uitgave van de Statenvertaling door de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS-Bijbel, 2004). Deze uitgave streeft ernaar zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke uitgave te komen, waarbij regelmatig gerefereerd wordt aan de zogenoemde Ravesteynbijbel uit 1657. Overigens wil dit niet zeggen dat de archaïsche 17e-eeuwse orthografie gehandhaafd is. De spelling is geheel gemoderniseerd en ook zijn te sterk verouderde woorden en woorden die vandaag de dag een andere betekenis hebben, vervangen.

De GBS-Bijbel staat wat dat betreft in tegenstelling tot de zogenaamde Jongbloed-editie (waarschijnlijk uit 1888) die in de loop van de eeuwen ook de nodige taalkundige aanpassingen heeft gezien, maar geen kritische revisie aan de hand van de Ravesteynbijbel ondergaan heeft. De Jongbloed-editie is van alle Statenvertaling-varianten het meest gebruikt. Jongbloed verwijst in dit kader naar de drukkerij Jongbloed BV in Heerenveen.

De Statenvertaling wordt alleen nog in de zeer behoudende reformatorische kerken gebruikt, waaronder de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, de diverse (Oud-)Gereformeerde Gemeenten, de Hersteld Hervormde Kerk, een deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken en genootschappen van andere signatuur zoals de Vergadering der Gelovigen en fundamentele onafhankelijke Baptistengemeenten.

Statenvertaling editie 1977

Een recentere modernisering is de zogenaamde Tukker-uitgave, welke in 1977 uitgegeven is door het Nederlands Bijbelgenootschap en een beperkte revisie bevat van ds. W.L. Tukker.

Herziene Statenvertaling (HSV, 2010)

Een groep van twintig theologen uit behoudende kring hield zich bezig met een nieuwe uitgave van de tekst die in december 2010 op de markt kwam.[8] Hun uitgangspunt was dat de tekst van de oorspronkelijke Statenvertaling door meer dan 50% van de jongeren niet begrepen wordt en daarom gemoderniseerd moest worden. Naar hun oordeel was de tekst van de Nieuwe Bijbelvertaling te progressief.

Een ander argument voor deze nieuwe Herziene Statenvertaling (en tevens een niet gering punt van kritiek) is dat de Statenvertaling afstamt van de groep manuscripten die bekendstaat als de "textus receptus" voor het Nieuwe Testament.[9] De nieuwere vertalingen maken soms gebruik van de "kritische tekst" zoals die te vinden is in het Novum Testamentum Graece van Nestle-Aland. De textus receptus is een in de 16e eeuw door Erasmus geproduceerde variant van de Byzantijnse tekst. Deze tekst bevat nogal wat tekst die in de oudere Bijbelse handschriften die ons nu ter beschikking staan niet voorkomt en waarschijnlijk in de vroege Middeleeuwen tussen de tekst is geraakt. Een deel van de meer behoudende christenen houdt vast aan de vanouds gebruikte manuscriptgroepen.

Na de Statenvertaling, tot 1975

Willem Antony van Vloten

Willem Antony van Vloten gaf een nieuwe Bijbelvertaling uit onder de naam De Bijbel vertaald, omschreven en door aanmerkingen opgehelderd. Het eerste deel van zijn vertaling verscheen in 1789 en het laatste deel, Hebreeën tot en met Openbaring, in 1796.

Palmbijbel (1818-1830)

Er zijn verschillende pogingen geweest de tekst van de Statenvertaling te moderniseren. De zogenaamde Palmbijbel bevat een modernisering gemaakt door de Utrechtse hoogleraar Johannes van der Palm. Naast een modernisering van de tekst bevat deze Bijbeluitgave ook uitgebreide herziene kanttekeningen. Van der Palm is bekender geworden met zijn "Bijbel voor de jeugd", die gezien wordt als de eerste kinderbijbel.

Nieuwe Testament van Visschering (1854 en 1859)

De onvrede over de leesbaarheid van de Statenvertaling leidde in de 19e eeuw ertoe dat er meerdere pogingen ondernomen zijn om tot een nieuwe Bijbelvertaling te komen. De vertaling van Visschering kwam hoofdzakelijk in gebruik bij de doopsgezinden. Deze vertaling van het Nieuwe Testament is hoofdzakelijk gebaseerd op de Griekse tekst van Konstantin von Tischendorf. Het gebruik van dit Nieuwe Testament is geheel verdwenen met de komst van de NBG-vertaling 1951.

Voorhoevevertaling (1877) / Telosvertaling (1985)

In de loop van de 19e eeuw vertaalde de Rotterdamse uitgeversfamilie Voorhoeve het Nieuwe Testament op basis van de Griekse uitgave van John Nelson Darby. De traditie waarin deze zogenoemde Voorhoevevertaling staat is in lijn met de vertaling van Darby's werk in het Engels, Frans en Duits. De Voorhoevevertaling is inmiddels vier keer herzien. De laatste herziening vond plaats in 1985, waarbij de teksteditie van Nestle-Aland het uitgangspunt werd. Deze editie, die bekendstaat onder de naam Telosvertaling, is een vertaling in hedendaags Nederlands en wordt algemeen gebruikt binnen de Vergadering van gelovigen.

Professorenbijbel (eind 19e eeuw)

Het woord Professorenbijbel is geen echte naam, maar meer een bijnaam voor een vertaling van de Vulgaat (Latijnse tekst), die aan het einde van de 19e eeuw tot stand kwam. De Professorenbijbel is een vertaling van het Oude Testament, inclusief de deuterocanonieke boeken. De vertaling is voorzien van aantekeningen, waarin regelmatig ook de verschillende lezingen van de Septuaginta en Hebreeuwse tekst ten opzichte van de Vulgaat worden besproken.

Leidsche Vertaling (1914)

De Leidsche Vertaling betreft een Bijbelvertaling die grotendeels tot stand is gekomen door professoren van de Universiteit Leiden.

Theodorus van Tichelen (1926)

In Vlaanderen verzorgde kanunnik Theodoor Van Tichelen (1877-1945) een katholieke vertaling van het Nieuwe Testament vanuit het Grieks. In de eerste en tweede druk werd een totale oplage van 50.000 exemplaren bereikt.

De Katholieke Bijbel (1938)

Verschenen bij Teulings' Uitgevers-Maatschappij 'S-Hertogenbosch, De Heilige Boeken van het Oude Verbond, vertaling uit de oorspronkelijke tekst door P. Dr. Laetus Himmelreich O.F.M. en De Heilige Boeken van het Nieuwe Verbond, vertaling uit de oorspronkelijke tekst door P. Dr. Crispinus Smits O.F.M.

Petrus Canisiusvertaling (1939)

In 1939 volgde de katholieke Apologetische Vereniging 'Petrus Canisius' met een vertaling uit de Hebreeuwse en Griekse tekst, welke meestal Canisiusvertaling wordt genoemd. De vereniging heette naar de Nijmeegse heilige en kerkleraar Petrus Canisius. De vertaling is voorzien van aantekeningen. In 1978 is deze grotendeels vervangen door de Willibrordvertaling.

NBG-vertaling (1951)

De NBG-vertaling is een uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij wordt aangeduid met de afkorting NBG 1951. Hij was in 1951 volledig klaar, maar er werd al begonnen aan deze vertaling rond 1916. Bepaalde delen zijn zelfs al voor 1912 vertaald. Men is toen begonnen met het Nieuwe Testament. Het Nieuwe Testament was in zijn geheel gereed in 1938 (vandaar dat sommige uitdrukkingen in het Nieuwe Testament wat ouderwetser lijken dan het Oude Testament, dat later vertaald is). De tekst staat nog vrij dicht bij de Statenvertaling en deze Bijbel is momenteel (nog) de standaardvertaling bij de meeste Nederlandse Protestanten. Alleen in de als zeer behoudend bekendstaande kerken is de Statenvertaling nog gebruikelijk. Het is de bedoeling dat de Nieuwe Bijbelvertaling de NBG-vertaling 1951 gaat vervangen voor openbare Bijbellezing. Voor Bijbelstudie zal de NBG 1951 een belangrijke bron blijven.

Vanaf 1975

Willibrordvertaling (1975 en 1995)

De Willibrordvertaling uit 1975, met herzieningen die gaan tot 1978, is de standaardvertaling voor de Vlaamse en Nederlandse katholieken en deze vertaling wordt in het Lectionarium gebruikt. De vertaling werd gemaakt onder auspiciën van de Katholieke Bijbelstichting (KBS) en de Vlaamse Bijbelstichting. Het is de officiële Nederlandse vertaling van de Katholieke Kerk.

De vernieuwde uitgave van 1995 bevat een geheel herziene tekst en is nooit door de Katholieke Kerk geaccepteerd als in de liturgie te gebruiken tekst.

Groot Nieuws Bijbel (1983 en 1996)

De Groot Nieuws Bijbel is een uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap in samenwerking met de Katholieke Bijbelstichting. Kenmerkend voor deze vertaling is dat voor de vertalers de leesbaarheid voorop stond, waardoor soms kleine betekenisverschillen met de oorspronkelijke tekst zijn ontstaan. De tekst van de Groot Nieuws Bijbel is in 1996 geheel herzien.

Het Boek (1987)

Het Boek is een weergave in de moderne omgangstaal. Het Boek is geen vertaling maar een hervertelling, een parafrase. Er is wel een vergelijking gemaakt met de Griekse en Hebreeuwse tekst, maar geen vertaling hiervan. De parafrase-vertaling van Het Boek wordt vooral gebruikt in evangelische groeperingen en ook onder jongeren binnen de meer orthodox-protestantse kerken. Het Boek is gebaseerd op The Living Bible van Kenneth Taylor.

Nieuwe Bijbelvertaling (NBV, 2004)
NBV

De Nieuwe Bijbelvertaling verscheen in het najaar van 2004. Het is een oecumenische vertaling, waaraan de belangrijkste Nederlandse kerkgenootschappen hebben meegewerkt.

Naardense Bijbel (2004 en 2014)

De Naardense Bijbel betreft een vertaling uit 2004 van de gehele Bijbel door de Nederlandse predikant Pieter Oussoren. In november 2014 is een herziene versie – Naardense Bijbel 2014 – verschenen. De Naardense Bijbel blijft qua zinsbouw dicht bij de Hebreeuwse en Griekse bronteksten.

BasisBijbel (BB, 2013)

De in 2013 verschenen BasisBijbel is een Bijbel in eenvoudig Nederlands. De tekst is niet direct uit de grondtekst vertaald, maar gebaseerd op onder meer de Statenvertaling.[10] Het leesniveau van de BasisBijbel is aanzienlijk lager dan die van bijvoorbeeld Het Boek, zonder kinderachtig te zijn. De woordkeus is eenvoudig, woorden en zinnen zijn kort gehouden. In de digitale versie wordt toelichting gegeven, onder andere door middel van dwarsverwijzingen. De BasisBijbel is geschreven door J. Kleyn, verscheen in 2013 als internetbijbel en werd in 2016 in druk gebracht door de ZakBijbelBond. Het copyright berust bij Stichting BasisBijbel.

Bijbel in Gewone Taal (BGT, 2014)

De Bijbel in Gewone Taal is een geheel nieuwe vertaling van de Bijbel (zonder de deuterocanonieke boeken), gemaakt door het Nederlands Bijbelgenootschap. Het is een vertaling die voor iedereen gemakkelijk te begrijpen is, in 'gewone taal' zoals mensen die dagelijks gebruiken: beperkte woordenschat, korte zinnen, met verduidelijkingen indien nodig.

Overige vertalingen

Bijbelvertalingen vergeleken

Bijbelvers SV NBG 1951 WV95 GNB NBV HSV BB BGT
Genesis 1:2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren. De aarde was onherbergzaam en verlaten. Een watervloed bedekte haar en er heerste diepe duisternis. De wind van God joeg over het water. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. De aarde was helemaal leeg. Er was nog niets. De aarde was bedekt met water en het was er helemaal donker. De Geest van God waaide over het diepe water. De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water.
Exodus 20:2-3 Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb. Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Ik ben de HERE, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Ik ben de HEER uw God die u heeft weggeleid uit Egypte, het slavenhuis. U zult geen andere goden hebben ten koste van Mij. Ik, de Heer, ben jullie God. Ik heb je uit Egypte gehaald, uit dat slavenoord. Houd er geen andere goden op na. Ik ben er immers. Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden. Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Ik ben jullie Heer God. Ik ben het die jullie uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd. Jullie mogen geen andere goden hebben dan Mij alleen. Ik ben de Heer, jullie God. Ik heb jullie uit Egypte weggehaald, en bevrijd uit de slavernij. Vereer geen andere goden. Vereer alleen mij.
Psalm 23:2 De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren De HERE is mijn herder, mij ontbreekt niets; Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren; De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij in grazige weiden rusten, Hij voert mij naar vredig water, De Heer is mijn herder, mij zal niets ontbreken. Hij brengt mij naar groene weiden, laat me rusten aan het water De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. De Heer zorgt voor mij zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Ik kom niets tekort. Hij laat mij rusten in groene velden. Hij laat mij drinken uit rustige stroompjes. De Heer zorgt voor mij, zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Hij geeft me alles wat ik nodig heb. Hij leidt mij, zoals een herder zijn schapen leidt naar groen gras en fris water.
Prediker 1:2 IJdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid. IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid! IJl en ijdel, zegt Prediker, ijl en ijdel, alles is ijdel. IJl en vluchtig, zonder zin, nutteloos is alles, zegt hij. Volkomen zinloos is het leven. Lucht en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte. Een en al vluchtigheid, zegt Prediker, een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig. Alles is maar lucht en leegte, zegt Prediker. Niets heeft werkelijk zin! Het hele leven is maar lucht en iets onbegrijpelijks! ‘Alles gaat voorbij,’ zegt Prediker. ‘Er is niets dat blijft. Het is allemaal zinloos.’
Johannes 3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe Zoveel immers heeft God van de wereld gehouden, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft geschonken, zodat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven bezit. Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God houdt zoveel van de mensen, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben. Want Gods liefde voor de mensen was zo groot, dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft. Iedereen die in hem gelooft, zal niet sterven, maar voor altijd leven.
Marcus 12:29b-31 Hoor, Israël! de Heere, onze God, is een enig Heere. En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede aan dit gelijk, is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze. Het eerste is: Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is één, en gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht.Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze, bestaat niet. Luister Israël, de Heer onze God is de enige Heer; u zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel, met heel uw verstand en met heel uw kracht. Het tweede is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze twee, is er niet. Luister Israël! De Heer is onze God, alleen de Heer. Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en heel uw ziel, met heel uw verstand en met inzet van al uw krachten. En het tweede gebod is: Heb uw naaste lief als uzelf. Een belangrijker gebod dan deze twee is er niet. Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze. Hoor, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. Luister, Israël, de Heer is Eén. Houd van je Heer God met je hele hart en met je hele ziel, met je hele verstand en met alles wat je hebt. De tweede wet, die net zo belangrijk is, is deze: Houd net zoveel van je broeders als van jezelf. Geen enkele wet is belangrijker dan deze twee. Luister goed, Israëlieten! De Heer, onze God, is de enige God. Je moet van hem houden met je hele hart, met je hele ziel, met je hele verstand en met al je kracht. Daarna komt deze regel: Van de mensen om je heen moet je evenveel houden als van jezelf. Dat zijn de twee belangrijkste regels.
Matth 6:9-14 Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen. Onze Vader die in de hemelen zijt, Uw naam worde geheiligd; uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. [Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.] Onze Vader in de hemel, uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het nodige brood, en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie schulden heeft bij ons. En breng ons niet in beproeving, maar red ons van het kwaad. Onze Vader in de hemel, uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat we nodig hebben en vergeef ons onze schulden zoals ook wij anderen hun schulden hebben vergeven, en stel ons niet op de proef maar verlos ons van de duivel. Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Onze hemelse Vader, laten alle mensen diep ontzag voor U krijgen. Laat uw Koninkrijk komen. Laat op aarde worden gedaan wat Ú wil, net zoals in de hemel wordt gedaan wat U wil. Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben. Vergeef ons wat we verkeerd doen, net zoals wij ook de mensen vergeven die verkeerd tegen óns doen. En stel ons niet op de proef, maar red ons van het kwaad. Want van U is het Koninkrijk en alle kracht en alle macht en alle hemelse majesteit, tot in eeuwigheid. Amen. Zo is het! Onze Vader in de hemel, laat iedereen u eren. Laat uw nieuwe wereld komen. Laat op aarde uw wil gedaan worden, net zoals dat in de hemel gebeurt. Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben. En vergeef ons wat we fout gedaan hebben, want wij hebben ook andere mensen hun fouten vergeven. Help ons om nooit tegen u te kiezen. En bescherm ons tegen de macht van het kwaad. [Want u bent koning, u regeert met grote macht, voor altijd. Amen.]
Romeinen 16:7 Groet Androníkus en Júnias, mijn magen, en mijn medegevangenen, welke vermaard zijn onder de apostelen, die ook vóór mij in Christus geweest zijn. Groet Andronikus en Junias, mijn stamgenoten en medegevangenen, mannen onder de apostelen in aanzien, die reeds vóór mij in Christus geweest zijn.(v) Groet Andronikus en Junia, mijn landgenoten en medegevangenen, mensen van aanzien onder de apostelen, die al eerder dan ik in Christus waren. De groeten aan Andronikus en Junia, die net als ik Joden zijn en in de gevangenis hebben gezeten. Zij behoren tot de bekendste apostelen en waren al eerder christen dan ik. Groet Andronikus en Junia, mijn volksgenoten die met mij in de gevangenis hebben gezeten, die als apostelen veel aanzien genieten en die eerder dan ik één met Christus zijn geworden. Groet Andronicus en Junias, mijn familieleden en mijn medegevangenen, die in aanzien zijn bij de apostelen, die al eerder dan ik in Christus waren. Doe ook de groeten aan Andronikus en Junias die net als ik Joden zijn. Ze hebben met mij gevangen gezeten. Zij zijn boodschappers van God waar iedereen veel respect voor heeft. Ze kenden Christus al voordat ik Hem kende. Groet ook Andronikus en Junia van mij. Zij zijn net als ik Joden, en ze hebben samen met mij in de gevangenis gezeten. Zij horen bij de belangrijkste apostelen. Ze waren al eerder christen dan ik.
  • SV: Statenvertaling; Jongbloedversie (moderne spellingvariant)
  • NBG 1951; vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap 1951;
  • WV 95: Willebrordvertaling, herziene versie van 1995
  • GNB: Groot Nieuws Bijbel herziene versie 1996
  • NBV: Nieuwe Bijbelvertaling 2004
  • HSV: Herziene Statenvertaling 2010
  • BB: BasisBijbel 2013
  • BGT: Bijbel in Gewone Taal 2014
[],* in sommige (niet de beste) handschriften staat na het Onzevader een lofzang (want van u...). Met vierkante haken geeft de NBG51 aan dat de regel een latere toevoeging is. De NBV heeft de zin in een voetnoot geplaatst.
(v) Junia is een vrouwennaam, de naam Junias bestaat niet. De vertalers van de NBG51 konden zich kennelijk niet voorstellen dat een vrouw apostel genoemd zou worden.

Vertaling in andere talen/dialecten van Nederland

De Bijbel in Nederlandse streektalen begint met de emancipatie van het Fries in de negentiende eeuw. Er is toen een aantal evangeliën vertaald. De eerste volledige vertaling van de Bijbel in het Fries is gemaakt door dr. G.A. Wumkes en E.B. Folkertsma. Het Nieuwe Testament verscheen in 1933 en het Oude Testament in 1943. Onder leiding van de stichting Yntertsjerklike Kommisje foar de Nije Fryske bibeloersetting is begonnen aan een nieuwe vertaling. Het werk eraan startte in 1967 en kwam gereed in 1977. De uitgave is uitgevoerd door het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting samen. In 1978 kwam de eerste druk uit. De meest recente uitgave is de derde, verbeterde druk uit 1995.

Tegen het einde van de twintigste eeuw begon men de Bijbel ook in andere streektalen en dialecten te vertalen. Omdat deze talen het Standaardnederlands als cultuurtaal gebruiken was daar lang geen behoefte aan. Gewoonlijk gaat het slechts om enkele Bijbelboeken. Sommige daarvan zijn door het Nederlands Bijbelgenootschap uitgegeven, andere werden elders gepubliceerd. Verscheidene dialecten van het Nedersaksisch hebben hun eigen edities.

Zo bestaat er een Groningse vertaling van de Bijbel waarmee in de tweede helft van de twintigste eeuw is aangevangen.[11] De in 1989 opgerichte stichting Liudgerstichten coördineert dit hele gebeuren. Lichtelijk omstreden was het noemen van de naam God waar Nederlandse vertalingen gewoonlijk Heer(e) hebben.

De Stichting Twentse Bijbelvertaling heeft in 2009 de 'Biebel In de Twentse Sproake' uitgebracht, een vertaling van prof. dr. Anne van der Meiden plus nog een aantal andere personen.

Op het voormalige Zuiderzee-eiland Urk wordt er een vertaling in het Urkers gemaakt. Hier is nogal wat om te doen geweest omdat het Urkers de aanspreekvorm 'U' niet kent en daardoor God met Jie aangesproken zou worden, iets wat veel Urkers als blasfemisch opvatten.

Er wordt ook gewerkt aan een Achterhoekse Bijbelvertaling. Gepubliceerd zijn inmiddels Prediker, het Hooglied en het Evangelie volgens Lucas.

In 2004 is de stichting 'Stellingwerfs Eigen' een Bijbelvertaalproject begonnen in de streektaal van de Stellingwerven, het Stellingwerfs; in 2010 werd de voltooide vertaling gepresenteerd: de Stellingwarver Biebel.

Voor het Limburgs verscheen in 2001 het Evangelie volgens Marcus in het Venloos: 't Gooje Nièts van Marcus. Jo Bronneberg uit Sittard vertaalde in 2004 de vier evangeliën naar zijn eigen Limburgse ideolect, waarvoor hij bovendien zijn eigen spelling gebruikte. De tekst heeft het imprimatur (nog) niet ontvangen en is nog niet op de markt. In 2013 is er een project gestart om het Nieuwe Testament in het meest gesproken Limburgse dialect(continuüm) te vertalen, het Oost-Limburgs.

Ook het Zeeuws kent Bijbelvertalingen, in het bijzonder de Psalmen, die door Wim Joosse vertaald werden vanuit de Statenbijbel.

In november 2011 verscheen De torrie van Mattie, ook wel genoemd de Straatbijbel. Daarin staan delen van het Evangelie volgens Matteüs in Nederlandse straattaal en in een vrije vorm. Zo vertelt Jezus een verhaal over de platenbaas van een raplabel en worden zijn discipelen de gang van Jezus genoemd. Deze vertaling is een initiatief van Daniël de Wolf, leider van Thugz Church in Rotterdam (gericht op jongeren uit achterstandsbuurten) en de uitgave wordt verzorgd door het NBG, Youth for Christ en Ark Mission. Deze uitgave baarde veel opzien en de eerste oplage van 3000 stuks was binnen 2 dagen uitverkocht.[12]

Behalve voor het behoud en de emancipatie van het dialect dienen dergelijke vertalingen vooral ook om de vanouds plechtstatig vertaalde Bijbeltekst dichter bij de gelovige te brengen. Dit leidde vaak tot positieve reacties, maar zorgde bij orthodoxe richtingen ook voor kritiek: velen vonden het dialect niet waardig genoeg voor de Bijbel.

Bijbelvers Nije Fryske Bibeloersetting; NBG 1978 Biebel in t Grunnegers; Liudgerstichting 2008 Biebel in de Twentse sproake; Stichting Twentse bijbelvertaling, 2009
Exodus 20:12-16 Earje dyn heit en mem, datst lang libje meist op ’e grûn dy’t de Heare, dyn God, dy jout. Do meist net deaslaan. Do meist net troubrekke. Do meist net stelle. Hol joen voader en moeke hoog in eren, den zel ie n laank levent hebben in t laand dat de HEER, joen God, joe geven zel. Ie maggen gainent doodmoaken. Ie maggen t nait aanleggen mit man of vraauw van n aander. Ie maggen nait stelen. Hoaldt diene vaar en moder in ere, want dan leaf iej langer in ’t land dat HEE owwen God, ow geaven zal. Doodsloan, dat doo’j nich. ’n Echt brekken, dat doo-j nich. Stellen, dat doo-j nich.

Bijbelvertalingen en hun afkortingen

Bijbelvertalingen worden vaak met een afkorting aangeduid, bijvoorbeeld Psalm 55:22 (NBV). Onderstaand tabel geeft een overzicht van bekende vertalingen weer:

Zie ook

Literatuur

  • Het kompas van het christendom: ontstaan en betekenis van een omstreden bijbel, Jakob van Bruggen, druk 2002, 236 blz., uitgeverij Kok - Kampen, ISBN 9043503606
  • Spectrum van bijbelvertalingen: een gids, redactie Harm Wouter Hollander, druk 1994, 140 blz., uitgeverij Boekencentrum - Zoetermeer, ISBN 9023905377
  • Wegwijs in bijbelvertalingen, redactie Jakob van Bruggen, druk 1981, 174 blz., uitgeverij Boekencentrum - Den Haag, ISBN 9023917995

On-line vertalingen

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.