Charles Ferdinand Pahud

Charles Ferdinand Pahud de Mortanges[1] (Amsterdam, 18 april 1803Den Haag, 31 augustus 1873) was een koloniaal specialist, die minister van Koloniën was in een aantal kabinetten.

Charles Ferdinand Pahud, olieschilderij van Jacob Spoel (1820-1868)

Biografie

Achtergrond en carrière in Nederlands-Indië

Charles Ferdinand Pahud werd op 18 april 1803 in Amsterdam geboren. Zijn vader was Abraham Daniël Ferdinand Pahud (1767-1830), die in Lausanne (kanton Vaud) was geboren en directeur van een kostschool in Batavia en president van de Wees- en Boedelkamer van Semarang (in het toenmalige Nederlands-Indië) was[2]en zijn moeder was Antoinette Philippine Christine Walther (1765-1847).

Charles Pahud bracht een groot deel van zijn leven door in Nederlands-Indië (1814-1848)[3] waar hij als hoge ambtenaar in dienst was van het gouvernement. Hij was o.a. ontvanger van het recht van successie en overgang in Batavia (1836-1837), waarnemend ontvanger der inkomende en uitgaande rechten te Batavia (1837-1838) en - na een verlof van een jaar in Nederland - inspecteur van Financiën in Nederlands-Indië (1840-1844) en directeur der producten en civiele magazijn te Batavia (1844-1847).

Politieke carrière in Nederland

Charles Pahud keerde nadien terug naar Nederland en was in 1849 gedurende 4 maanden secretaris-generaal ad interim van het Ministerie van Koloniën. In hetzelfde jaar was hij Staatsraad in buitengewone dienst.

Pahud, die als conservatief-liberaal te boek stond, werd op 1 november 1849 als minister van Koloniën opgenomen in het kabinet-Thorbecke I.

Hij ging na de Aprilbeweging van 1853 over naar het opvolgende Kabinet-Van Hall-Donker Curtius en bracht het Regeringsreglement voor Nederlands-Indië (1854) tot stand. In hetzelfde jaar bracht hij ook de Indische Muntwet tot stand, welk door hem ingediende wetsvoorstel in 1852 door de Tweede Kamer was verworpen.

Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië

Op 21 november 1855 werd hij bij Koninklijk Besluit benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Zijn ambtstermijn ging 22 mei 1856 in. Hij bleef dit ambt uitoefenen tot 2 september 1861. Onder zijn bewind werd de slavernij afgeschaft (1860).

Na zijn terugkeer in Nederlands was hij tot zijn overlijden op 70-jarige leeftijd in Den Haag ambteloos burger.

Trivia

Zie ook

Voorganger:
Engelbertus Batavus van den Bosch
Minister van Koloniën
1849-1856
Opvolger:
Pieter Mijer
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.