Arsaces I

Arsaces I was koning van de Parthen van ca. 247 v.Chr. tot 211 v.Chr.. Hij was de stichter van de dynastie van de Arsaciden en de eerste koning van het Parthische rijk.

Arsaces I
Koning van de Parthen
dynastie van de Arsaciden
Periodeca. 247 v.Chr.-211 v.Chr.
Voorganger-
OpvolgerArsaces II

Afkomst

Arsaces was de aanvoerder van de Parni, een Skythische nomadenstam uit de woestijn ten oosten van de Kaspische Zee.[1] Volgens een latere traditie, overgeleverd door Arrianus, zou hij afstammen van Artaxerxes II (uit de oude Perzische dynastie van de Achaemeniden), maar moderne geschiedkundigen twijfelen aan de historische betrouwbaarheid van Arrianus. Dat Arrianus deze traditie als feit vermeldt, kan echter wel worden gezien als illustratie van het succes van de Arsacidische propaganda op dit punt.

Stichter van het rijk van de Parthen

Parthië was in de tijd van de Achaemeniden een provincie van het oude Perzische Rijk. Alexander de Grote lijfde het in bij het grote hellenistische rijk dat ontstond als gevolg van zijn veroveringen. Na Alexanders dood maakte Parthië deel uit van het rijk van de Seleuciden.

In 261 v.Chr. besteeg Antiochus II de Seleucidische troon. Hij was op dat moment al in oorlog met de Ptolemaeën in Egypte. Een paar jaar later kwam Diodotus I van het naast Parthië gelegen Bactrië in opstand tegen Antiochus, waardoor deze gedwongen was op twee fronten te strijden. Voor Arsaces was dit de ideale situatie ook tegen Antiochus ten strijde te trekken. Vanaf plm. 250 v.Chr. veroverde Arsaces langzaam maar zeker het gebied van Parthië en wist hij de Seleucidische gouverneur Andragoras te verdrijven. In 247 werd hij in Arshak[2] gekroond tot koning van de Parthen.[3]. In 238 v.Chr. had hij heel de oude Perzische provincie Parthië onder controle. Hij noemde zijn rijk naar de oude provincie en bracht zijn stam ertoe het nomadenbestaan op te geven en zich in Parthië te vestigen. Seleucus II Callinicus, die in 246 Antiochus II was opgevolgd, ondernam nog wel verschillende veldtochten tegen Arsaces in een poging het gebied weer terug te veroveren, maar Arsaces wist de aanvallen af te slaan. Ook tegen aanvallen van koning Diodotus I van het opkomende Bactrië bood hij met succes weerstand. Toen in Bactrië Diodotos I door zijn zoon Diodotus II werd opgevolgd, sloten Arsaces en hij vrede. Zo wist hij stabiliteit te brengen in het Parthische rijk.

Arsaces en Tiridates

Volgens Arrianus sneuvelde Arsaces tijdens de verovering van Parthië en werd hij in 247 opgevolgd door zijn broer Tiridates I.[4] Mede op basis van de relatief grote hoeveelheid munten die van Arsaces zijn teruggevonden, zijn moderne historici van mening dat Arrianus het bij het verkeerde eind heeft. Zij volgen gewoonlijk Junianus Justinus, die stelt dat Arsaces I door Arsaces II wordt opgevolgd en daarmee geen ruimte laat voor een regering van Tiridates.[5] Arrianus' verwijzingen naar Tiridates worden dan meestal betrokken op Arsaces. Arsaces' regering wordt tegenwoordig dan ook gedateerd tot aan 211, toen Arsaces II de Parthische troon besteeg. Sommigen houden het evenwel voor mogelijk dat Tiridates vanaf 247 als co-regent van Arsaces optrad. Dit zou dan een verklaring kunnen zijn voor de verwarring bij Arrianus.

Arsaces als naamgever van de dynastie

De dynastie van de Arsaciden regeerde Parthië tot 224 na Chr. Blijkens gevonden Parthische munten droegen alle koningen uit de dynastie de naam Arsaces als troonnaam. In de literatuur (zowel primaire bronnen als werken van moderne historici) worden de Parthische koningen echter aangeduid met de naam die zij voor hun troonsbestijging al hadden, zodat alleen Arsaces I en Arsaces II zo genoemd worden.

Op munten van Arsaces I, maar ook op die van zijn opvolgers, staat de naam van de koning zowel in het Grieks als in het Aramees vermeld.

Noten

  1. Strabo 11.9.2 (Engelse vertaling); Marcus Junianus Justinus, Epitome XLI, 1 (gebaseerd op de Historiae van Pompeius Trogus)
  2. Isidorus van Charax, stationes, 11
  3. Deze datering is afgeleid van het gegeven dat de Parthische jaartelling in 247 v.Chr. begint.
  4. Arrianus, Parthica (overgeleverd door [[{Photios I|Photios]] enSyncellus); Syrica, 65 (overgeleverd door Isidorus van Charax)
  5. Marcus Junianus Justinus, Epitome XLI, 1 (gebaseerd op de Historiae van Pompeius Trogus)
Achaemeniden:Cyrus · Cambyses · Smerdis · Darius I · Xerxes I · Artaxerxes I · Darius II · Artaxerxes II · Artaxerxes III · Darius III
Macedoniërs:Alexander de Grote · Philippos III Arridaios · Alexander IV
Seleuciden:Seleucus I Nicator · Antiochus I Soter · Antiochus II Theos · Seleucus II Callinicus · Seleucus III Ceraunus · Antiochus III de Grote · Seleucus IV Philopator · Antiochus IV Epiphanes
Parthen:Arsaces I · Arsaces II · Priapitius · Phraates I · Mithridates I de Grote · Phraates II · Artabanus I · Mithridates II de Grote · Gotarzes I · Orodes I · Sinatrukes · Phraates III · Mithridates III · Orodes II · Phraates IV · Tiridates II · Phraataces · Orodes III · Vonones I · Artabanus II · Tiridates III · Vardanes I · Gotarzes II · Sanabares · Vonones II · Vologases I · Vardanes II · Vologases II · Pacorus II · Artabanus III · Vologases III · Osroes I · Mithridates IV · Vologases IV · Osroes II · Vologases V · Vologases VI · Artabanus IV
Sassaniden:Ardashir · Sjapoer I · Hormazd I · Bahram I · Bahram II · Bahram III · Narses · Hormazd II · Sjapoer II · Ardashir II · Sjapoer III · Bahram IV · Yazdagird I · Bahram V · Yazdagird II · Hormazd III · Peroz · Valash · Kavad I · Zamasp · Khusro I · Hormazd IV · Khusro II · Bahram VI · Kavad II · Ardashir III · Boran · Hormazd V · Yazdagird III
Ghaznaviden:Alptigin · Sebük Tigin · Ismail · Mahmud · Mohammed · Mas'ud I
Il-kans:Hulagu · Abaka · Teguder · Arghun · Geikhatu · Baidu · Ghazan · Öljeitü · Abu Sa'id · Arpa · Musa · Mohammed
Timoeriden:Timoer Lenk · Pir Mohammed · Shahrukh Mirza · Abu'l-Qasim Bābar · Sjāh Mahmūd · Ibrāhim · Sultān Abu Sa'id Gūrgān · Yādgār Muhammad · Sultān Hussayn · Badi ul-Zamān · Muzaffar Hussayn
Safawieden:Ismail I · Tahmasp I · Ismail II · Mohammad Khodabanda · Abbas I · Safi · Abbas II · Suleiman I · Soltan Hoseyn I · Tahmasp II · Abbas III · Suleiman II · Ismail III
Afshariden:Nadir Sjah Afshar · Adil Sjah Afshar · Ebrahim Sjah Afshar · Shahrokh Sjah Afshar
Zand:Karim Khan · Mohammad Ali Khan · Abol Fath Khan · Sadiq Khan · Ali Murad Khan · Jafar Khan · Lotf Ali Khan
Kadjaren:Agha Mohammed Khan Kadjar · Fath'Ali Kadjar · Mohammad Sjah Kadjar · Ali · Hossein Ali Kadjar · Naser ed-Din Kadjar · Mozaffar ed-Din Kadjar · Mohammed Ali Kadjar · Soltan Ahmad Kadjar · Ali Reza Khan-e Kadjar · Nasir al-Mulk · Mohammed Hassan Mirza
Pahlavi:Reza Pahlavi · Mohammad Reza Pahlavi
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.