Scythen

De Scythen of Skythen (Oudgrieks: Σκύθαι, Skuthai; Latijn: Scythae) waren Iraanse[1] ruiterstammen die tussen de 7e eeuw v.Chr. en de 4e eeuw n. Chr. grote gebieden in de Euraziatische steppe bewoonden.

Gebied van de Skythen 100 v.Chr.

In algemene zin benoemt men als "Scythisch" een mozaïek aan volkeren en culturen in de steppezone, in verschillende perioden en onder verschillende namen bekend, maar met een verwante "Scytho-Siberische cultuur". Hun verschijnen viel samen met de opkomst van een semi-nomadische ruitercultuur van de Karpaten tot in Mongolië tijdens het 1e millennium v.Chr. Ondanks duidelijke plaatselijke verschillen zijn de overeenkomsten groot en verspreidden culturele innovaties zich snel over het gebied.

Onder deze "Scythen in ruimere zin" vallen historisch bekende volkeren als de Sarmaten, Massageten en Saken. De antieke bronnen maken echter vaak geen duidelijk onderscheid. Hun grondgebied was bij de klassieke Griekse bronnen bekend als 'Scythië', waarbij men onderscheid maakte tussen Scythia intra Imaum en Scythia extra Imaum, resp. ten westen en ten oosten van de Imaus, d.w.z. de Pamir-Tiensjan-keten.

Meer specifiek worden met Scythen de 'Koninklijke' of 'Pontische Scythen' bekend bij de oude Griekse historici bedoeld. Deze leefden in de Pontisch-Kaspische Steppe ten noorden van de Zwarte Zee en de voor-Kaukasus regio. Later werden deze Pontische Scythen door de verwante Sarmaten verdreven.

Oorsprong en vroege ontwikkeling

Tijdlijn Scythische kurgans in Azië en Europa (Per Fig.6 van Alekseev, A. Yu. et al., "Chronology of Eurasian Scythian Antiquities")

Naar recent onderzoek kan de Scythische geschiedenis worden onderverdeeld in drie perioden:[2]

  1. Pre-Scythisch en begin-Scythisch tijdperk (9e - midden 7e eeuw v.Chr.)
  2. Vroeg-Scythische tijdperk (7e - 6e eeuw v.Chr.)
  3. Klassiek-Scythisch tijdperk (5e - 4e eeuw v.Chr.)

Pre-Scythische periode

De tot nu toe vroegst bekende pre-Scythische culturen heeft men gevonden in de Russische deelrepubliek Toeva. In het zogenaamde Dal der Koningen in de Westelijke Sajan bevinden zich de grafheuvels van Arzjan, welke men rekent tot de pre-Scythische Oejoekcultuur. Deze is ontstaan op basis van de noordoostelijke uitlopers van het Andronovocomplex en de Karasoekcultuur.

In het Europese deel van de steppe wordt de pre-Scythische periode vertegenwoordigd door de vondsten van Novotsjerkassk (steppezone van de noordelijke Zwarte Zee-noordelijke Kaukasus, 10e - begin 7e eeuw v.Chr.) en de Tsjernogorovskcultuur (9e tot midden-8e eeuw v.Chr.).[2] Deze vondsten worden geassocieerd met de historische Cimmeriërs.

Vroeg-Scythische periode

Dit tijdperk wordt in Centraal-Azië vertegenwoordigd door de zogenaamde Aldy-Belcultuur (8e-6e eeuw v.Chr.). De belangrijkste Europese vroeg-Scythische vondsten zijn die van Kelermess in de noordwestelijke Kaukasus (Kraj Krasnodar) uit 660–620 v.Chr. en de Novozavedennoje-grafheuvels in de Kraj Stavropol uit 650–590 v.Chr.[2]

Klassieke Scythische periode

De belangrijkste monumenten van de klassieke periode in het oosten zijn de beroemde grafheuvels van Pazyryk in de Altaj, gedateerd vanaf 455 v.Chr. en bekend van door permafrost bewaarde graven. In de Minoesinskdepressie vindt men de verwante Tagarcultuur.

In het Zevenstromenland en omgeving ontwikkelde zich de Esik-Bes-Shatircultuur, waaruit de historisch bekende Saken voortkwamen.

In Binnen-Mongolië ontstaat de zogenaamde Ordoscultuur.

Pontische Scythen

schutters

In de 8e eeuw v.Chr. vielen de Scythen de gebieden ten noorden en oosten van de Zwarte Zee binnen en verdrongen daar de Cimmeriërs.

Tussen 630 en 625 v.Chr. ondernamen de Scythen een inval naar Zuidwest-Azië, waarbij ze tot in Palestina kwamen. Herodotus berichtte hoe Psammetichus I hen met een afkoopsom bewoog terug te keren. Op de terugweg zouden ze Ashkelon geplunderd en vernietigd hebben.

In 609 vermeldden Babylonische bronnen dat de Scythen het grondgebied van Urartu binnengedrongen waren.

In 608 zijn er meldingen van Scythische nederzettingen aan de bovenloop van de Tigris. De val van Urartu aan het eind van de 7e eeuw v.Chr. wordt dan ook aan de Scythen toegeschreven. Deze campagnes werden waarschijnlijk vanuit de Koeban-regio en Ciskaukasië ondernomen. Waarschijnlijk waren ook de Meden en Transkaukasische stammen bij de verovering van Urartu betrokken.

In 612 hielpen de Scythen en Babyloniërs de Meden bij hun verovering van Ninive.

Volgens de Babylonische kronieken veroverden de Scythen in 609 Egypte.

Met het begin van de heerschappij der Meden (612-605 v.Chr.) liep de Scythische invloed in Zuidwest-Azië terug. Volgens Herodotus heersten de Scythen 28 jaar over heel "Azië", van de overwinning van Madyas over Phraortes tot hun nederlaag onder Cyaxares II in het jaar 594 v.Chr., die op een banket de Scythische gezanten vermoord zou hebben. Volgens sommige geleerden zou dit voorval echter in de regeerperiode van Astyages plaatsgevonden hebben, in welke periode Madyas, zoon van Protothyas, leider van de Scythen was. Hierna trokken de Scythen zich terug naar het noorden. Sommige onderzoekers verleggen de verhoogde kolonisatie van de noordelijke Zwarte Zee-regio pas in deze tijd.

Van 515-514 v.Chr. ondernam de Perzische koning Darius I de Grote met een sterk leger van meerdere honderdduizenden man een mislukte expeditie tegen de Scythen, wiens oostgrens in die tijd aan de Don lag.

De Scythische koning Atheas drong in het westen tot de Donau door en trok 339 v.Chr. tegen Philippus II van Macedonië op, waarbij hij sneuvelde. In 331 leidden de Macedoniërs onder Zopyrion een nieuwe oorlog tegen de Scythen. Ze kwamen tot aan Olbia, maar konden de stad niet innemen en werden op de terugtocht verslagen. Hierop vestigden de Scythen zich in Dobroedzja (Scythia Minor).

Alexander de Grote begon 330 vriendschapsonderhandelingen met de Scythen, maar plande volgens Arrianus[3] tevens een campagne voor de verovering van de noordelijke Zwarte Zeeregio en de stichting van een stad aan de Don. De Scythen boden hem een Scythische prinses ten huwelijk aan, hetgeen hij weigerde.

Vanaf de 4e eeuw v.Chr. werden de Scythen steeds meer verdrongen door de Sarmaten.

Op de Krim, rond de door koning Scilurus opgerichte nieuwe hoofdstad Neapolis bij Simferopol, konden de Scythen zich nog tot de 3e eeuw AD standhouden.

Scilurus en zijn zoon Palakos slaagden erin delen van het Chersonesische Rijk te annexeren. In de daaropvolgende strijd met Mithridates VI van Pontus (122-63 v.Chr.) verbonden de Scythen zich met koning Tasius van de Roxolanen.

In 110-107 onderwierp Diophantes de Krim onder het koninkrijk Pontus. Er volgde een opstand onder Saumakos, welke Diophantes echter kon neerslaan. Een hernieuwde opstand van 89-84 was aanvankelijk succesvol. In 80 v.Chr. versloeg Neoptolemus echter de Scythische vloot en bezette Olbia en Tyras.

Uiteindelijk werden de laatste Scythen op de Krim in de tweede helft van de 3e eeuw AD door de Goten verslagen.

Scythische kunst

De Scythen begroeven hun koningen in koergans. Dit zijn koningsgraven, waarin goud, paarden en sieraden zijn gevonden. Vrouwen en gevolg, alsmede paarden, werden daarbij ook gedood en bijgezet in deze graven. Ze maakten mozaïeken in een herkenbare stijl met dieren en paarden en later met griffioenen en planten. Ze gebruikten scherpe lijnen die de vlakken afschermden en zo een spanning opwekken. Ook hebben ze de jagersmotieven uit de steentijd overgenomen in gouden en bronzen mallen.

Taal

Van de Scythische (ofwel Scytho-Sarmatische) taal of talen is zeer weinig bekend.

De enige bronnen zijn:

  • een paar zeer korte inscripties
  • overgeleverde persoonsnamen
  • geografische namen waarvan een Scythische oorsprong vermoed wordt

Ook wordt er door de meeste geleerden van uitgegaan dat het moderne Ossetisch via het Alaans althans deels teruggaat op een Scythisch dialect.

Deze bronnen wijzen op een Oost-Iraanse taal. Het is echter niet onmogelijk dat er onder de volkeren met een Scythische cultuur ook andere talen gesproken zijn.

Chronologisch onderscheidt men wel:

  • Scythisch (ca. 800-300 BC), hoofdzakelijk bekend van klassieke Griekse auteurs
  • Sarmatisch (ca. 300 vC - 400 nC), hoofdzakelijk bekend uit Hellenistische en Romeinse inscripties
  • Alaans (ca. AD 400-1000), hoofdzakelijk bekend van Byzantijnse Griekse auteurs

Zie ook

Literatuur

  • Barry Cunliffe, The Scythians. Nomad Warriors of the Steppe, 2019, ISBN 9780198820123
Zie de categorie Scythians van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.