Amsterdamse annexaties

Tot 1821 lag de stad Amsterdam ingesloten door omwalling met de bolwerken en daaromheen de Singelgracht. Met de vierde uitleg van Amsterdam was al het dorp Oetewaal door Amsterdam ingelijfd en verdween. Daarbuiten behoorde slechts een strook van 100-gaarden tot Amsterdam.

Omdat het grondgebied van Amsterdam in de voorafgaande twee eeuwen nauwelijks uitgebreid was en men dringend meer ruimte nodig had werd in 1821 bij Koninklijk Besluit een nieuwe vaststelling van de gemeentegrens met Nieuwer Amstel (thans gemeente Amstelveen) vastgesteld, die niet meer consequent de 100-gaardengrens volgde. De stadsgrens kwam globaal te liggen langs de huidige Zeeburgerdijk, Vrolikstraat en verder ten zuiden van de huidige Ceintuurbaanring dwars door het huidige Vondelpark naar de Tollensstraat. Op 30 november 1838 volgde een correctie door de invoering van de kadastrale delimitatie, waarbij delen weer naar Nieuwer-Amstel gingen.

Toen de stad en gemeente Amsterdam vanaf het laatste kwart van de 19e eeuw zich sterk ging uitbreiden ging dit ten koste van de omliggende gemeenten. In 1877, 1896, 1921 en 1966 werden grote stukken hiervan geannexeerd.[1]

In 1877 werd ten westen van de Haarlemmerpoort een deel van de gemeente Sloten geannexeerd. Hier werd de Spaarndammerbuurt en een deel van de Staatsliedenbuurt gebouwd. Ook werd een stuk van het noordelijkste gedeelte van de gemeente Nieuwer Amstel geannexeerd rond de Zaagmolensloot en het smalle gedeelte ten Oosten van de Kostverlorenvaart maar ook in Noord verschoof de gemeentegrens meer naar het noorden.

In 1896 werd nog een stukje van Sloten afgesneden. Voorts werd aan de zuidzijde een groot deel van de gemeente Nieuwer-Amstel bij Amsterdam gevoegd. Hier werden grote delen van Oud-West (Amsterdam-West), Oud-Zuid, Nieuw-Zuid en De Pijp (Amsterdam-Zuid), gebouwd. Ook het in 1892 gebouwde raadhuis van Nieuwer Amstel aan de Amsteldijk kwam in Amsterdam te liggen. Verder kwam ook het ten oosten van de Amstel gelegen deel bij Amsterdam, hier werd de Afrikanerbuurt, een deel van Amsterdam-Oost, gebouwd. Een deel van de Overamstelpolder rond Outersdorp ging van Diemen naar Amsterdam.

In 1921 werd het grondgebied van Amsterdam nog sterker uitgebreid: aan de westkant werd nu de gehele gemeente Sloten opgeheven en bij Amsterdam gevoegd. Hier werden de wijken van Plan West, Bos en Lommer en de Westelijke Tuinsteden gebouwd.

Aan de zuidkant werd de gemeentegrens ten koste van Nieuwer-Amstel opgeschoven tot aan de Kalfjeslaan. Hier werd het Plan Zuid en later Buitenveldert gerealiseerd. De gemeente Ouder-Amstel moest een deel van de Groot Duivendrechtsepolder, het Hoge land, aan Amsterdam afstaan.

Aan de zuidoostkant werd de gemeente Watergraafsmeer opgeheven en bij Amsterdam gevoegd.

Het Zaandamse deel van de noordelijke IJpolders ging naar Amsterdam en ook een deel van Oostzaan werd geannexeerd, waar tuindorp Oostzaan verrees. Ten noorden van het IJ werden de gemeenten Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp opgeheven en bij Amsterdam gevoegd. Hier verrezen in de jaren twintig de tuindorpen en de latere uitbreidingen van Amsterdam-Noord. Het grootste deel van het IJmeer kwam ook bij Amsterdam waar echter pas na 2000 IJburg verscheen.

In 1966 werd een deel van de gemeente Landsmeer (Kadoelen) bij Amsterdam-Noord gevoegd. Oostzaan moest de Oostzanerwerf aan Amsterdam afstaan voor de bouw van de Molenwijk.

In datzelfde jaar werd de ten zuidoosten van Amsterdam gelegen gemeente Weesperkarspel opgeheven en gedeeltelijk bij Amsterdam en gedeeltelijk bij Weesp gevoegd. Het aan Amsterdam toegevoegde gebied werd voor voorlopig 12 jaar aan Amsterdam toegewezen waar het echter geheel los van lag, omdat het tot de gemeente Ouder-Amstel behorende Duivendrecht en Diemen hiertussen lagen. In het Amsterdamse deel werd de nieuwe stadsuitbreiding de Bijlmermeer en later ook de rest van Amsterdam Zuidoost gebouwd. In 1978 werd het gebied definitief aan Amsterdam toegewezen maar bleef een enclave ten opzichte van de rest van de stad. In 1989 moest de hoofdstad 3,25 kmĀ² van dit stadsdeel afstaan aan de gemeente Abcoude (nu De Ronde Venen).

In 1963 en 1970 is een groot gedeelte van de Houtrakpolder overgegaan van de gemeente Haarlemmerliede naar de gemeente Amsterdam voor de uitbreiding van de Amsterdamse haven. Dit ging niet zonder strijd en de gemeente Haarlemmerliede verzette zich fel, wat echter niet mocht baten. In 1997 werd ten behoeve van de aanleg van de Afrikahaven nog een deel geannexeerd inclusief het kunstenaarsdorp Ruigoord.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.