Standaardnederlands

Standaardnederlands is de gestandaardiseerde variant van het Nederlands die wordt onderwezen op scholen en wordt gebruikt door de autoriteiten en media in Nederland, België, Suriname, Curaçao, Sint Maarten en Aruba.

Het bewaken en beschrijven van het Standaardnederlands is door de Nederlandse, Vlaamse en Surinaamse overheid toevertrouwd aan de Nederlandse Taalunie. De Taalunie publiceert werken waarin de normen van het Standaardnederlands op het gebied van spelling zijn vastgelegd. Deze zijn volgens de Spellingwet van 2005 verplicht voor overheid en onderwijs. Wat betreft grammatica en woordkeus geeft de Taalunie ook advies, vooral op hun website taaluniversum.org. Dit advies heeft echter geen wettelijke basis, en is dus niet verplicht. Toch wordt het in het Standaardnederlands grotendeels nagevolgd.

Het begrip Standaardnederlands

Het woord Standaardnederlands staat zo (en niet als bijvoorbeeld Standaard-Nederlands, standaard-Nederlands of standaardnederlands) in het Groene Boekje. Met name officiële instanties, waaronder overigens soms ook de Taalunie, schrijven ook standaard Nederlands (met een spatie). De Taalunie spreekt ook van de Nederlandse standaardtaal.[1]

Geschiedenis

Tot de jaren zeventig werd officieel de benaming ABN gebruikt, de afkorting van Algemeen Beschaafd Nederlands. Tussen ca. 1970 en nu wordt de benaming Algemeen Nederlands (AN) gebruikt.

De jaren vijftig en zestig kenden zogenaamde ABN-kringen, studiegroepen op scholen die zuiver taalgebruik bepleitten en welsprekendheidstoernooien organiseerden. Er was een ABN-centrale, opgericht door Hein Beniest, die allerlei initiatieven nam, onder andere het uitbrengen van de film Moeder, wat zijn we rijk in 1957. Uit deze benaming is — aanvankelijk alleen onder neerlandici — de B weggehaald, omdat 'beschaafd' kon suggereren dat mensen die andere varianten van het Nederlands spreken niet beschaafd zouden zijn.

Interne variatie

Ook binnen het Standaardnederlands zelf bestaat nog behoorlijk veel uitspraakvariatie. De meeste taalkundigen zijn het er dan ook over eens dat er geen volledig sluitend regelsysteem valt te geven voor de uitspraak. Hans Van de Velde heeft het taalgebruik en met name de uitspraak van standaardtaalsprekers onderzocht.[2] Hij concludeerde onder andere dat vrijwel geen enkele spreker de officiële regels voor het uitspreken van de slot-n (die te horen dient te zijn tussen een sjwa en een klinker aan het begin van het volgende woord) in alle gevallen daadwerkelijk naleeft. Daarnaast articuleerden alle sprekers de liquida r op meer dan één manier. Andere in het verleden opgelegde regels voor de uitspraak en schrijfwijze van de Nederlandse standaardtaal, zoals het in de 17e eeuw bedachte hen/hun-onderscheid, blijken dermate gekunsteld dat veel sprekers en schrijvers ze in de praktijk nooit consequent toepassen.

Verandering in uitspraak en steeds nieuwe variëteiten

Taalkundige Jan Stroop wijst in een artikel uit 2006 over de Nederlandse standaardtaal terloops op het feit dat een zeer basaal Nederlands woord als het in de gesproken taal bijna uitsluitend gerealiseerd wordt als een enkele t.[noten 1]

Stroop wijst ook op het grote verschil in de huidige uitspraak van het Standaardnederlands en die welke enkele decennia eerder als de norm hiervoor gold. Hij merkt ook op dat doordat de posities van hoorder en spreker per definitie samenvallen, het taalgebruik van veel individuele personen die destijds ABN spraken gewoon is meeveranderd met de aangepaste norm, waardoor ze voor eenieders gevoel ook nu weer gewoon ABN spreken.

Ook voorspelt Stroop dat binnen hooguit twee generaties het zogeheten Poldernederlands het nieuwe Standaardnederlands binnen heel Nederland zal zijn. Voor Vlaanderen voorziet hij een soortgelijke opruk van het Verkavelingsvlaams.

Standaardnederlands versus dialecten

Een wijdverspreide mythe in Nederland is dat het Haarlems het dichtst bij het Standaardnederlands ligt.[3] Onderzoek van dialectoloog Harrie Scholtmeijer van het Meertens Instituut uit 1999 wees echter uit dat Drontense jongeren het meest accentloze Nederlands spraken in Nederland.[4] Dit onderzoek richt zich echter enkel op Nederland, en laat andere nederlandstalige gebieden links liggen.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.