Albrecht Brandi

Albrecht (Cherry) Brandi (Dortmund, 20 juni 1914 - Keulen, 6 januari 1966) was een Duits onderzeebootkapitein bij de Kriegsmarine in de Tweede Wereldoorlog.

Albrecht Brandi
Albrecht Brandi na uitreiking van de Briljanten bij het Ridderkruis, september 1944.
Geboren20 juni 1914
Dortmund, Duitse Keizerrijk
Overleden6 januari 1966
Keulen[1], Bondsrepubliek Duitsland
RustplaatsHauptfriedhof, Dortmund, Dortmunder Stadtkreis, Noordrijn-Westfalen, Duitsland[2]:plot A23/92-99, familegraf met zijn vaders naam, Ernst[3]
Land/zijde Duitse Rijk
 Duitsland
 Duitsland
Flensburgregering
 Duitsland
 West-Duitsland
Onderdeel Kriegsmarine
Dienstjaren1935 - 1945
Rang Fregattenkapitän
EenheidGorch Fock
Kruiser Karlsruhe
5. Unterseebootsflottille
7. Unterseebootsflottille
29. Unterseebootsflottille
BevelU 380
december 1943 –
maart 1944
U 967
april 1944 – juli 1944
U 617
april 1942 – september 1943
Slagen/oorlogenTweede Wereldoorlog
OnderscheidingenZie decoraties
Ander werkArchitect
Portaal    Tweede Wereldoorlog

Hij maakte grote indruk op zijn collega's vanwege zijn lef, zijn brutaliteit en zijn strategisch inzicht. Hiermee werd hij de favoriete U-bootkapitein van Adolf Hitler. Brandi vernietigde tijdens de Tweede Wereldoorlog slechts acht schepen, maar toch wordt hij door veel historici gezien als een van de beste U-bootkapiteins uit de oorlog. Ook was Brandi samen met Wolfgang Lüth de enige U-bootkapitein die werd onderscheiden met het Ridderkruis van het IJzeren Kruis met Eikenloof, Zwaarden en Briljanten, de hoogste Duitse onderscheiding. Brandi heeft al deze eer te danken aan de strategische waarde van zijn overwinningen. Elk schip dat Brandi tot zinken bracht was bepalend voor het verloop van de oorlog en ook waren alle slachtoffers van Brandi zwaarbewaakte oorlogsschepen die moeilijk te vernietigen waren.

Zijn loopbaan

Albrecht Brandi begon zijn carrière bij de Duitse Marine in 1935 en kreeg een opleiding als marine-officier aan boord van de lichte kruiser Karlsruhe. Na te zijn afgestudeerd werd hij commandant van de mijnenveger M-1. Gedurende het eerste jaar van de Tweede Wereldoorlog ruimde Brandi diverse zeemijnenvelden op in de Noordzee en nam hij ook deel in september 1939 tijdens de aanval op de Poolse Westerplatte nabij Danzig, als dekkingsschip voor het Duitse slagschip SMS Schleswig-Holstein. Hij vernietigde tijdens de Tweede Wereldoorlog slechts acht schepen, toch wordt hij door veel historici gezien als een van de beste U-bootkapiteins uit de oorlog. Ook was Brandi samen met Wolfgang Lüth de enige U-bootkapitein die werd onderscheiden met het Ridderkruis van het IJzeren Kruis met Eikenloof, Zwaarden en Briljanten, de hoogste Duitse onderscheiding.

In april 1941 begon Brandi zijn U-bootopleiding aan het U-boottrainingskamp in Neustadt in Holstein, Duitsland. Van mei 1941 tot april 1942 was Brandi een Kommandantenschüler (Commandant-in-opleiding) aan boord van de U-552, die onder bevel stond van de beroemde Erich Topp, voor drie patrouilles. Op 9 april 1942 kreeg Brandi een opdracht met zijn eigen onderzeeër de U-617 en de gebruikelijke opleiding werd afgesloten met de nieuwe boot in de 5e Unterseebootflotte.

Tijdens zijn loopbaan vernietigde hij acht schepen, waaronder een lichte kruiser, een mijnenlegger en drie torpedojagers. Hij beschadigde ook het slagschip HMS Rodney en de twee vliegdeksschepen HMS Illustrious en HMS Formidable. Met deze overwinningen werd Brandi niet de U-bootcommandant die de meeste schepen tot zinken had gebracht (die eer ging echter naar Otto Kretschmer met 47 overwinningen) maar wel de onderzeebootkapitien met de meeste zware oorlogsschepen op zijn conto. Gemeten in tonnages stond Brandi stond no 24, op de lijst van hoogst scorende kapiteins.

Oorlog in de Middellandse Zee

Tevens behaalde Brandi al zijn overwinningen in de Middellandse Zee, een gebied dat bekendstond als zeer moeilijk en gevaarlijk te bevaren. Tijdens zijn eerste patrouille vernietigde Brandi vier koopvaardijschepen. Op zijn patrouille liet hij een torpedojager zinken en beschadigde een tanker. Op 4 november 1942 werd Brandi eropuit gestuurd met als taak om te patrouilleren in de Middellandse Zee. Om aan zijn bestemming te geraken moest hij 's nachts de zwaar bewaakte Straat van Gibraltar passeren. Brandi besloot om de Straat aan de oppervlakte met gestopte machines te passeren, gebruikmakend van de sterke zeestroming in de Straat (die op het wateroppervlak verplaatsen van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee) voor het voortbewegen met dit natuurlijke hulpmiddel voor zijn boot (andersom is dit onmogelijk zonder motoraandrijving). Tijdens deze uiterst gevaarlijke reisonderneming werd Brandi ontdekt door een Sunderland-bommenwerper die op hem afkwam en twee dieptebommen dropte. De bommen kwamen te laat om de U-boot nog te treffen en Brandi slaagde, onder water varend, in de volledige doorbraak.

In november 1942 werd de U-617 toegewezen aan het 29e Unterseebootflotte, die gevestigd was in La Spezia en in Toulon, het Commando van Fritz Frauenheim. Brandi's U-bootembleem was een "klavertjevier met nummer 7" erop. Nog tijdens 1943 maakte Brandi verschillende patrouilles in de Middellandse Zee. Tijdens deze patrouilles richtte Brandi schades toe aan Britse oorlogsbodems die tegen de Duitse en Italiaanse schepen vochten en die van vitaal belang waren voor het Afrikakorps van veldmaarschalk Erwin Rommel in Noord-Afrika.

De Middellandse Zee bood bijzondere uitdagingen voor een U-bootkapitein. De vaak ondiepe wateren, die weinig kans op een diepe duik verhinderden en de Britten hadden hun uitgebreide luchtdekking voor de gehele zuidelijke helft van de mediterrane wateren. Lang boven water varen was haast onmogelijk voor de Duitse onderzeeboten vanwege het vijandelijk vliegverkeer. Dit, samen met het feit dat de meeste van zijn slachtoffers zwaar bewapend waren en bewaakt door oorlogsschepen, maakten Brandi's resultaten opmerkelijk.

In februari 1942 vernietigde hij de Britse mijnenlegger HMS Welshman, een paar kilometers vanaf de Maltese kust. De vernietiging van dit schip was belangrijk, omdat de mijnenlegger een integraal onderdeel was van de verdediging van Malta. Brandi werd bekroond met het Ridderkruis voor deze overwinning. Later, in april 1943, zonk hij een lichte kruiser, 40 zeemijl voor Gibraltar. Brandi werd hiermee beloond met het Eikenloof op zijn Ridderkruis.

Op 12 september 1943 werd de U-617 aangevallen in de buurt van de Marokkaanse kust door Wellington-bommenwerpers. Terwijl de Duitse flakbemanning op de Britse vliegtuigen wisten te schieten, stelden ze vast dat de drie bommen van de Britten, ernstige nabijtreffers waren geweest in de buurt van de onderzeeboot. Er brak brand uit aan boord. De schade was zo ernstig dat Brandi besloot het brandende schip te verlaten. Na de evacuatie in rubberen boten verlieten de bemanning de U-617 nabij de Marokkaanse kust. Naderhand werd de U-617 nogmaals belaagd door bommenwerpers en het wrak werd nog eens beschoten door twee geallieerde oorlogsschepen. De Duitse bemanning wist de Spaanse exclave Melilla in Noord-Afrika te bereiken en werden geïnterneerd door Spaanse troepen. Brandi werd krijgsgevangen gehouden in het officierenkamp in de buurt van Cádiz. Vanaf daar slaagde hij erin om te ontsnappen en terug te keren naar Duitsland.

Brandi als leider

In januari 1944 ging Brandi terug naar Toulon en nam het bevel over van de U-380. Hij sloot zijn patrouilletocht af met de U-380, maar toen werd de U-boot zwaar getroffen en verwoest op 13 maart 1944 in Toulon door een luchtbombardement van het 9e U.S.A.Air Force. In april 1944 werd Bradi bevelhebber over de U-967. Tijdens een patrouille in mei 1944 ontving hij de Zwaarden aan zijn Ridderkruis van het IJzeren Kruis met Eikenloof.

In de loop van de volgende patrouille van de U-967 in juni 1944 werd Brandi ernstig ziek en moest hij terug naar zijn basis. Brandi werd vervolgens benoemd tot Commandant van alle U-boten in de oostelijke Oostzee. Gedurende deze periode werden veel schepen vernietigd in de Oostzee en Brandi werd nog maar eens bekroond met Briljanten aan zijn Ridderkruis van het IJzeren Kruis voor zijn leiderschap van de Oostzee-U-bootvloot. In het laatste jaar van de oorlog werd Brandi Chef Commandant van de mini-onderzeebootvloot.

Na de oorlog begon Albrecht Brandi een carrière als architect. Op 6 januari 1966 stierf Albrecht Brandi op 51-jarige leeftijd in Dortmund.

Zijn successen

  • Acht schepen tot zinken gebracht met een totaal van 25.879 BRT
  • Een groot oorlogsschip tot zinken gebracht met een totaal van 810 BRT
  • Drie oorlogsschepen tot zinken gebracht met een totaal van 5.000 ton
  • Het tot zinken gebrachte schepen: met een totaal van 31.689 ton
Datum U-boot Naam van het schip Nationaliteit Tonnage Lot
7 september 1942 U-617 Tor II  Faeröer 292 Gezonken
23 september 1942 U-617 Athelsultan  Verenigd Koninkrijk 8 882 Gezonken
23 september 1942 U-617 Tennessee  Verenigd Koninkrijk 2 342 Gezonken
24 september 1942 U-617 Roumanie  België 3 563 Gezonken
28 december 1942 U-617 HMS St. Issey (W25)  Royal Navy 810 Gezonken
15 januari 1943 U-617 Annitsa  Griekenland 4 324 Gezonken
15 januari 1943 U-617 Harboe Jensen  Noorwegen 1 862 Gezonken
1 februari 1943 U-617 HMS Welshman (M84)  Royal Navy 2 650 Gezonken
5 februari 1943 U-617 Corona  Noorwegen 3 264 Gezonken
5 februari 1943 U-617 Henrik  Noorwegen 1 350 Gezonken
6 september 1943 U-617 HMS Puckeridge (L108)  Royal Navy 1 050 Gezonken
5 mei 1944 U-967 USS Fechteler (DE-157)  United States Navy 1 300 Gezonken

Militaire loopbaan

Decoraties

U-bootcommando

  • U-617: 9 apr. 1942 - 12 september 1943: 7 patrouilles (185 dagen)
  • U-380: dec. 1943 - 11 maart 1944: 1 patrouille (33 dagen)
  • U-967: apr. 1944 - 1 juli 1944: 1 patrouille (37 dagen)
  1. U-boat.Net: webpagina over Albrecht Brandi
  2. Albrecht Brandi
  3. Videobeelden van Albrecht Brandi - Schnellboten - U-boot-Wolfsbende
  4. 22. Brillantenträger albrecht Brandi - Fregattenkapitän, U-boot-Waffe
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.