Al Hoceima (stad)

Al Hoceima is in 1925 gesticht door de Spaanse generaal José Sanjurjo y Sacanell (1872-1936), die daar tijdens de Rif-opstand met zijn troepen aan land was gekomen. Hij vernoemde de stad naar zichzelf, Villa Sanjurjo. De lokale bevolking noemde de stad "Villa", en doet dat nog steeds. Na 1926 groeide de stad nauwelijks. Het was een vissersdorpje dat alleen bestond uit een paar straatjes boven het beroemde strand Playa Quemado en grotendeels door Spanjaarden werd bewoond. De Spaanse invloeden uit deze tijd zijn nog terug te vinden in de sfeer en het uiterlijk van Al Hoceima.

Drie kilometer buiten de stad liggen de ruïnes van Al-Mazemma, in de Middeleeuwen lange tijd een van de belangrijkere steden in dit gebied.

De jaren waarin wijlen Hassan II de koning van Marokko was werden ook wel de "Jaren van Lood" genoemd, aangezien er vele incidenten voorkwamen tijdens zijn heerschappij. Duizenden mensen werden om politieke redenen gevangengenomen, vermoord en sommigen verdwenen zonder enig spoor achter te laten.

Vooral Al Hoceima kreeg het zwaar te verduren. Dit was al het geval vóór Hassan II koning werd. In opdracht van koning Mohammed V kreeg Hassan II de leiding over het leger. Hassan II heeft het leger in de periode van 1956 tot en met 1959 gebruikt om de Riffijnen in Al Hoceima te onderdrukken. Vele mensen zijn om het leven gekomen in deze periode. Officiële cijfers zijn er niet, maar er wordt geschat dat er duizenden doden zijn gevallen.

Nadat Hassan II koning is geworden ging hij, zoals zijn vader, verder met het negeren en boycotten van het gehele Rif-gebied. Tijdens zijn 38-jarige heerschappij stortte de economie van de stad compleet in, aangezien er niet geïnvesteerd werd in de regio. De Riffijnen werden gedwongen om de drugshandel in te gaan om hun brood te verdienen. Een deel van de inwoners is als gastarbeider aangekomen in Europa om een nieuw leven te beginnen, terwijl ze hun vaderland gedwongen in de steek hebben moeten laten.

In 1984 werden er protesten gehouden in Al Hoceima tegen de overheid. Ook deze protesten werden gewelddadig neergeslagen en vele mensen zijn omgekomen.

De oorspronkelijk naam van de stad was "Villa Sanjurjo", vernoemd naar José Sanjurjo y Sacanell (1872-1936). Tijdens de Tweede Spaanse Republiek (1931-1939) werd de naam echter veranderd naar "Villa Alhucemas", en later "Alhucemas", naar de Arabische benaming voor lavendel. Na de Marokkaanse onafhankelijkheid in 1956 wordt een Franse schrijfwijze gehanteerd: Al Hoceima.[2]

Na de Marokkaanse onafhankelijkheid in 1956 begon de stad in rap tempo te groeien. De stad zelf telt nu (2014) 118.463 inwoners. De gehele agglomeratie (alle dorpen en kleine steden inbegrepen) die ook bekendstaat als Al Hoceima telt 395.644 inwoners (2004). In de jaren '60 en '70 zijn velen van hen naar Europa vertrokken om als gastarbeider te gaan werken, omdat werk niet te vinden was in de Rif. Van de Marokkanen in Nederland is ook een groot aantal afkomstig uit Al Hoceima en andere noordelijke steden zoals Nador. Doordat de Marokkaanse koning Hassan II gedurende lange tijd politieke wrijvingen had ondervonden met de Riffijnen, (de oorspronkelijke bewoners van Noord-Marokko die door de Arabische invasie geïslamiseerd en gekoloniseerd werden), waren noordelijke steden als Al Hoceima en Nador verwaarloosd. De infrastructuur, grotendeels verkregen in de tijd van de Spaanse overheersing, was nauwelijks ontwikkeld en er waren ook bijna geen investeringen van buitenlandse bedrijven. Deze situatie bleef bestaan tot de dood (in 1999) van Hassan II die door zijn zoon koning Mohammed VI werd opgevolgd.

Vanwege de jarenlange verwaarlozing door de Marokkaanse regering is Al Hoceima afhankelijk van haar lokale bevolking en de buitenlandse Marokkanen.

De grootste inkomstenbron van Al Hoceima is de visserij. Dagelijks verlaten er tientallen boten en schepen de haven van Al Hoceima en gaan richting zee om op zoek te gaan naar vis. De handel in edelkoralen vormt ook een belangrijke inkomstenbron voor de stad.

Een nieuwe en groeiende inkomstenbron voor de stad is toerisme. Verschillende hotelketens investeren in de stad en hebben er zo een tiental hotels staan in het centrum van de stad. De stranden en het Nationale Park (natuurgebied) van Al Hoceima zijn in trek bij toeristen en vormen zo hun bijdrage aan de stad.

De rest van de inkomsten hangt af van de lokale bedrijven, waaronder vele houtbewerkingsbedrijven, restaurants, fast-foodketens, kledingwinkels en juweliers.

Verder vormen de Nederlandse, Belgische, Duitse, Franse en Spaanse Marokkanen een belangrijke inkomstenbron, vooral tijdens de zomerperiode, wanneer ze naar hun stad gaan om vrienden en familie te bezoeken en hun vakantie door te brengen in het land van herkomst.

Het toerisme in Al Hoceima wordt vooral gevormd door buitenlandse Marokkanen die gevestigd zijn in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Spanje. De grootste groep zijn de Nederlandse Marokkanen. Het is ook niet ongewoon wanneer er tijdens de zomerperiode duizenden gele kentekens te zien zijn.

Van 'echt' toerisme is nog niet echt sprake, aangezien de stad nog in ontwikkeling is na de jarenlange verwaarlozing door de Marokkaanse overheid. De stad kent tot nu toe een beperkt aantal 'attracties' voor toeristen, waaronder de stranden, dagelijkse concerten, paardrijden en het Nationale Park (natuurgebied) van Al Hoceima. Verder kunnen toeristen de oude Spaanse huizen en kerk bezoeken die tijdens de Spaanse bezetting werden gebouwd.

De overheid is bezig te investeren in toerisme. De groei van het aantal hotels is sterk toegenomen, verschillende villa's en appartementen zijn te huur voor een betaalbaar bedrag.

Onder koning Mohammed VI wordt veel aandacht geschonken aan Al Hoceima.[3] Er zijn grote projecten gestart voor het realiseren van o.a. nieuwe ziekenhuizen, verbeteren van het infrastructuur, creëren van werkgelegheid en onderwijs.[4][5] Een nieuwe autoweg, verlenging van de autoweg N16[6] langs de kust tussen Nador en Al Hoceima is al gerealiseerd. Koning Mohammed VI, die bekendstaat om zijn liefde voor stranden en jet-ski's, heeft de badplaats meerdere malen (formeel en informeel) bezocht. Verder is er ook een koninklijk paleis gebouwd in de stad, in de buurt van het grote plein.

Al Hoceima heeft een groot aantal houtbewerkingsbedrijfjes en de visserij en de horeca zijn er goed gerepresenteerd. Tegenwoordig is ook de verwerking van edelkoralen tot sieraden een belangrijke inkomstenbron. De grootste nationale industriële bakker, de fabriek van Bipan, is net buiten Al Hoceima gevestigd.

In Al Hoceima houdt men de gebruikelijke siësta, waardoor 's zomers de straten dunbevolkt zijn. Mensen zijn dan op het strand of blijven thuis. Na zonsondergang verzamelt iedereen zich op het grote stadsplein en de straten eromheen voor de paséo (pantoffelparade) en het winkelen. De paséo is een van de vele Spaanse gewoonten in Al Hoceima.

Al Hoceima heeft te maken gehad met een tweetal zware aardbevingen, in 1994 en 2004. De aardbeving van 2004 was het hevigst met een kracht van 6,7 op de schaal van Richter, waarbij bijna duizend mensen de dood vonden.

Jaarlijks bezoeken toeristen en Marokkanen uit Nederland, België en Frankrijk het Quemado-strand (officieel 'Plage du Maroc'). Het strand herbergt de appartementen van het luxe Mohammed V-Hotel, een tennisbaan en een discotheek. Dit strand is tevens de plaats waar de Spanjaarden in 1925 op Marokkaanse bodem landden en Al Hoceima stichtten.

In Al Hoceima wordt flink gebouwd aan de infrastructuur. De stadswegen worden opgeknapt en verfraaid, en de infrastructuur met andere steden en dorpen in de regio wordt eveneens aangepakt. Tussen Al Hoceima en Nador is in 2007 langs de kustlijn een nieuwe autoweg (N16) gerealiseerd en de Marokkaanse regering heeft in 2008 plannen publiek gemaakt dat er een autoweg in dezelfde stijl gerealiseerd wordt tussen Al Hoceima en Tétouan. Dat zou betekenen dat alle grote steden in het noorden van Marokko door middel van nieuwe wegen met elkaar zijn verbonden en dat er een route ontstaat die zich langs de Middellandse Zeekust van Oujda via Al Hoceima tot Tanger uitstrekt.

Vanuit de haven van Al Hoceima verzorgt veerbootmaatschappij Trasmediterranea overtochten tussen Al Hoceima en de Spaanse havenstad Motril.

Al Hoceima beschikt over een eigen vliegveld, het Cherif Al Idrissi Airport, dat 360.000 passagiers per jaar afhandelt.

Het stadsplein van Al Hoceima overdag

Het stadsplein van Al Hoceima 's nachts

De wijken van Al Hoceima worden veelal aangeduid met het woord "barrio" wat "wijk" betekent in het Spaans. Een overzicht van de wijken:

• Sabadilla
• Barrio Heddu
• Sidi Abid
• Barrio Briro
• Bujibar
• Cala Bonita
• Dhar Mesud
• Hay el Manzeh
• Bades
• Marmuca
• Mirador
• Moroviejo
• Sefsaf
• Suq Isefan
• Tara Yusef
• Afaza
• Igar Azegwagh

Al Hoceima is de thuisbasis van de voetbalclubs Chabab Rif Al Hoceima en Raja Al Hoceima met het Chipola/Mimoun al Arassi-Stadion, dat aan 12.000 bezoekers plaats biedt. In dit seizoen, 2019/20, speelt Chabab Rif Al Hoceima in GNF 1, de tweede divisie in Marokko.

Op 27 april 2009 plaatste de voetballer Ibrahim Afellay, die de talentprijs won, namens de Johan Cruyff Foundation in samenwerking met Maroquistars het eerste en enige Cruyff Court van Marokko in Al Hoceima. Het veld heet het Ibrahim Afellay Veld.

• Almería (Spanje)
• Barcelona (Spanje)
• Brussel (België)
• Den Haag (Nederland)
• Meppel (Nederland)
• Parijs (Frankrijk)
• Sint-Niklaas (België)

• Chaib Massaoudi (9 februari 1962), acteur
• Hans Sahar (1974), schrijver
• Youssaf El Marnissi (2 februari 1976), autocoureur
• Tarik Elyounoussi (23 februari 1988), voetballer
• Mohamed Elyounoussi (4 augustus 1994), voetballer
• Hassan El Bachrioui, voetbalcoach
• Abid El Idrissi (30 mei 1988), voetballer
• Yassin Ayoub (6 maart 1994), voetballer

• NPS-tv serie De Toestand in Marokko (1997) Deel3: Al Hoceima
• Al Hoceima (Spaanstalig)
• Al Hoceima (Nederlandstalig)

Plaatsen in de provincie Al Hoceïma
Hoofdplaats: Al Hoceïma Steden: Imzouren · Beni Bouayach · Ait Youssef Ou Ali · Ajdir Dorpen: Ait Kamara · Boukidan · Tamassint Marokko: Regio's, provincies en prefecturen