| ||||
Deze module behandelt alles over labels (teksten) die op de kaart worden gebruikt. Na het lezen van dit deel kent de lezer de belangrijkste zaken die spelen rondom het plaatsen van labels, zoals de labelgrootte, het lettertype, de labelkleur, de positie van het label en de verschillende manieren waarop labels op kaarten geplaatst kunnen worden.
InleidingLabels zijn de teksten die in vlakken (zoals landen), bij punten, of naast lijnen geplaatst worden. Soms is dit om de waarden (temperaturen, status of klasse) van een verschijnsel of object weer te geven. Vaker is het echter om de namen van alle objecten te benoemen, zoals de naam van alle of de belangrijkste steden. Bij topografische namen worden deze labels ook toponiemen genoemd. Bij vrijwel alle kaarten, ook de thematische kaarten, worden labels gebruikt, om de kaartlezer houvast te geven. Labels zullen vaak door een GIS automatisch gegenereerd worden. Vaak hebben ze dan een redelijke positie meegekregen, namelijk rechtsboven bij een punt en in het midden van een vlak. Er zijn al gauw probleemgevallen. De labels zijn te groot, overlappen elkaar of lijken te zijn verdwenen. Een GIS kent vaak allerlei technieken om deze probleemgevallen te voorkomen. Bijvoorbeeld door te werken met prioriteiten bij bepaalde labelgroepen, of door af te dwingen dat labels niet boven bepaalde grenzen of objecten mogen komen te staan. In de meeste gevallen behoeft de door het GIS aangedragen plaatsing van labels geen handmatige verbetering. In alle gevallen - wil je een kaart tenminste delen met anderen - dien je op zijn minst te kijken of je GIS de labels aardig heeft geplaatst.
Labels kan je ook handmatig plaatsen op de kaart. Feitelijk zijn dat gewoon labels, al zal je GIS dit gewoon als losse teksten beschouwen, en niet als labels. Labels geplaatst door een GIS kunnen omgezet worden in 'annotatie'. Met annotatie wordt bedoeld de labels die niet meer gekoppeld zijn aan de database. De teksten zullen dan niet meer wijzigen op het moment dat dat in de database wel gebeurt. Teksten, labels en annotatie kunnen met een bepaalde lettergrootte op de kaart gezet worden. Deze lettergrootte kan je 'vast' zetten, of laten variëren met de schaal.
Maak je een statische kaart (voor een bepaalde site, een folder of een boek), houd hier dan rekening mee. Maak in dat geval de labels op het juiste schaalniveau aan, dus dat van de uiteindelijke oplevering. Lettertype / fontMeestal zal je bij het plaatsen labels willen kiezen voor een goed leesbaar lettertype, dat zo min mogelijk interfereert met (ingewikkeld) lijnenspel op de kaart. Dat betekent bijvoorbeeld een schreefloos lettertype (zie figuur).Voorbeelden van lettertypen zonder schreef zijn Arial, Arial Narrow, Helvetica & Gill Sans. Lettertypes mét schreef zijn gemaakt om op een regel met veel tekens (boeken) de leesrichting te versterken, waardoor een tekst sneller is te lezen. Proportionele lettertypes (waarbij bijvoorbeeld de i en de l minder ruimte in beslag nemen dan de m en de w) zijn beter voor cartografische toepassingen dan niet-proportionele lettertypes (waarbij de i en de m evenveel ruimte in beslag nemen). Niet proportionele lettertypes worden niet veel meer gebruikt, of het moet voor administratieve doeleinden of programmeurs zijn. Courier is een bekend niet-proportioneel lettertype. Kleine letters in plaats van HOOFDLETTERS zijn ook beter te lezen. Het gebruik van hoofdletters voor (alle) labels wordt dus sterk afgeraden. De figuur toont het verschil in (snelheid van) leesbaarheid van teksten in hoofdletters (ook wel bovenkast of kapitalen genoemd) en in gewone, kleine letters (onderkast). Merk op dat met name de bovenkant van de letters het meeste bijdragen aan de leesbaarheid. Het oog blijkt bij het lezen dan ook vooral op de bovenkant van letters te zijn gericht. Bij kleine letters vallen de uítstekende letters - bdfghklpqt - meer op dan bij hoofdletters.Wil je een labeltekst accentueren, groter maken, doe dat dan niet door voor hoofdletters te kiezen, maar maak de labels zelf gewoon groter, of maak ze vet. Hoofdletters kan je wél gebruiken als dit label zeer sporadisch voorkomt. Zorg er dan wel voor dat het qua grootte ook afwijkt van de andere labels. Het wordt onder andere gebruikt voor hoofdsteden (zie de kaart van Zweden). Cursiveren wordt ook afgeraden, zeker bij gedraaide teksten kan dit problemen opleveren. Bij sommige kaarten zal je er misschien toch voor willen kiezen, bijvoorbeeld wanneer de meeste labels wegen van een naam voorzien, en de cursieve labels de minder vaak gebruikte onverharde wegen. Helaas is de leesbaarheid van een cursieve tekst minder, zodat je deze cursieve label nooit te klein mag maken. Zijn lange ondersteunende teksten op een kaart nodig, dan is het wellicht toch verstandig voor een lettertype met schreef te kiezen. Zorg dan wel dat deze mooi oogt bij het schreefloze lettertype dat je op de kaart hebt gebruikt. Maar voor consistentie valt ook wat te zeggen. Voor hetzelfde geld kies je ook hier gewoon voor dat schreefloze lettertype. Kies voor een 'narrow' (smalle) variant van een lettertype indien andere trucs (minder labels, anti-aliasing, andere lettergroottes en een andere letterkleur) niet meer helpen. Zo kent het lettertype Arial een Arial Narrow variant. Goed leesbaar op het scherm zijn lettertypes als: Verdana, Helvetica, Helvetica Narrow, Arial, Tahoma en Swiss Helonia. Plaatsing van labelsZie figuur over labels. Deze worden van boven naar beneden behandeld. Ad A) Labels bij puntsymbolen.
Ad B) Plaatsing van labels t.o.v. de omgeving
Ad C) Plaatsing van labels langs lijnobjecten (wegen en rivieren)
Ad D) Plaatsing van labels in gebieden D
Ad E) Plaatsing van labels in gebieden E
Ad F) Plaatsing van labels in gebieden F
Kleuren van labelsAd B) Labelkleuren om te 'classificeren'
Labels plaatsen in de praktijkGewapend met bovenstaande richtlijnen is het makkelijk om 'fouten' te zien in een bestaande kaart. Cartografische vrijheid, bepaalde consequente keuzes van de kaartenmaker, zullen er voor zorgen dat sommige labels misschien toch elders worden geplaatst dan jij dat had gedaan. Zie bijvoorbeeld de kaart van Zweden. Voor sommige kustplaatsen is gekozen om het label niet in zee, maar toch op het land te plaatsen. Er valt iets voor te zeggen: er is daar genoeg ruimte, en de zee komt zo beter over. Ook goed is aangegeven waar de Botnische Golf ('Gulf of Bothnia) zich bevindt, omdat deze met de vorm van de zee is meegebogen. Er is ook gekozen voor maximale leesbare landsnamen, gezien de horizontale plaatsing ervan. Voor de meeste landen komt dit goed uit. Helaas komt deze consequente aanpak voor een niet onbelangrijk buurland Noorwegen niet goed uit. Dit land strekt zich uit van noord naar zuid, het label had daardoor beter, al of niet met extra spaties voorzien, van zuid naar noord getekend moeten worden, vergelijkbaar met 'Gulf of Bothnia'. Helsingborg is helaas over de landsgrens heen geplaatst; er was te weinig ruimte. Voor Karlshamn is een aanhaalstreepje gebruikt. Voor beide plaatsen lijkt dit inderdaad het meest haalbare. Immers, werken met een kleinere lettergrootte zou de leesbaarheid te ver naar beneden halen. Werken met cijfertjes (een '1' op de kaart en in de legenda '1 = Helsingborg') is weer te kunstmatig. Malmö, had misschien beter niet over de kustlijn hoeven te lopen, had iets noordelijke geplaatst mogen worden. Hoewel het werken met hoofdletters over het algemeen wordt afgeraden (hoofdletters vallen wel op, maar zijn minder snel / minder goed leesbaar), is dit hier toch goed gebruikt. Namelijk: sporadisch en maar op één plek: de hoofdstad Stockholm. Kortom: op deze kaart is duidelijk een cartograaf bedachtzaam en goed bezig geweest. Halo's rondom labelsHalo's zijn uitsparingen rondom de labels van een beperkt aantal pixels breed in een bepaalde kleur die ook op de achtergrond voorkomt. Doordat er als het ware een heel dun bufferzone rondom de labels wordt aangemaakt, zorgt een GIS ervoor dat lijnen die op de achtergrond voorkomen niet de leesbaarheid van de tekst aantasten. In de figuur rechtsboven wordt dit duidelijk gemaakt. Links (bij A) is twee maal géén gebruik gemaakt halo's. Rechts (bij B) is wel gebruik gemaakt van halo's (met twee verschillende kleuren). Het effect zal duidelijk zijn. Bij A is de leesbaarheid beperkt, bij B is de leesbaarheid véél sterker. Bij C is nota bene de halo (bij de laatste 'd' van Gelderland) zelf nog nét iets te zien. Dat is dus een mogelijk nadeel van halo's. Doordat in deze tekening van meerdere achtergrond kleuren gebruik gemaakt wordt in de ondergrond, moesten de verschillende labels verschillende halo-kleuren meekrijgen. Wanneer de labels wél en de lijnenpatronen er onder van minder belang zijn, is deze techniek goed toe te passen, waardoor de leesbaarheid 'met één druk op de knop' van alle labels is te garanderen. In het voorbeeld is echter duidelijk waar te nemen dat het ook anders en beter kan. Het label linksboven had beter iets verder naar rechts geplaatst kunnen worden. Dan waren het label en de lijnen zichtbaar geweest. Nadeel van deze methode is dat het lijnen patroon in kwaliteit achteruit gaat. Als alternatief (zeker wanneer halo's niet door het grafische- of GIS-programma gemaakt kunnen worden) zie je op kaarten wel eens schaduwen (wit of zwart) achter de letters. De vraag is of hierbij de leesbaarheid wel toeneemt. Intermezzo: Over contrast, kleuren en teksten; een vergelijking met bebording en de reclamewereld
LiteratuurVoor literatuur zie Overige informatie en links.
Ga naar de opdrachten en vragen over deze module 'Labels'.
|