zuurkool
Nederlands
Woordafbreking
- zuur·kool
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ingemaakte wittekool’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1676 [1]
- samenstelling van zuur en kool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuurkool | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zuurkool v/m
- (voeding) fijngesneden en licht gezouten kool die enige tijd gefermenteerd is
- De fazant wordt opgediend met zuurkool, spek en rookworst.
Vertalingen
1. fijngesneden en licht gezouten kool die enige tijd gefermenteerd is
|
Gangbaarheid
- Het woord zuurkool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zuurkool' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.