choucroute
Nederlands
Woordafbreking
- chou·crou·te
Woordherkomst en -opbouw
- van het Frans, (samenstelling van chou en croute)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | choucroute | choucroutes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
choucroute v/m
- (voeding) (België) zuur gemaakte witte kool
- Oprichter Leonard Lipp kwam uit de Elzas – van oudsher een bierstreek en daarmee bakermat van het brasseriegebeuren – en nog steeds wordt er met gepaste trots Elzasser tapbier en choucroute garnie geserveerd. Ik hield het op onderstaande eventail d’avocat et crevettes. [1]
Gangbaarheid
- Het woord choucroute staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'choucroute' herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Janneke Vreugdenhil 31 januari 2008
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.