zoöloog

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoö·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel zoö- met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord zoöloog zoölogen
verkleinwoord zoöloogje zoöloogjes

Zelfstandig naamwoord

zoöloog m

  1. (dierkunde) (beroep) een wetenschapper die zich bezig houdt met de studie van dieren
    • Zoölogen maken zich grote zorgen omdat er veel diersoorten bedreigd worden met uitsterven. 
Synoniemen
  • dierkundige
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zoöloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.