zondagsplicht
- zondagsplicht
Nederlands
Woordafbreking
- zon·dags·plicht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zondag en plicht met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zondagsplicht | zondagsplichten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zondagsplicht v / m [1]
- (religie) plicht tot het vervullen van religieuze handelingen (het in acht nemen van de zondagsrust, bijwonen van de mis etc.)
Gangbaarheid
- Het woord zondagsplicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.