zondagsrust

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zonĀ·dagsĀ·rust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zondagsrust -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zondagsrust v / m [1]

  1. het zich (om religieuze redenen) onthouden van de wekelijkse bezigheden op zondag

Gangbaarheid

  • Het woord zondagsrust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.