zomers
Nederlands
Woordafbreking
- zo·mers
Zelfstandig naamwoord
zomers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zomer
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zomers | zomerser | zomerst |
verbogen | zomerse | zomersere | zomerste |
partitief | zomers | zomersers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zomers
- Zonnebaden aan de kust is een typisch zomerse activiteit.
Uitdrukkingen en gezegden
- op z'n zomers gekleed zijn
- lichte kledij dragen
Vertalingen
1. typerend voor de zomer
Gangbaarheid
- Het woord zomers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zomers' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.