zomerhuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zomerhuis    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈzo.mər.ˌhœʏ̯s/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈzo.mər.ˌhœːs/
Woordafbreking
  • zo·mer·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerhuis zomerhuizen
verkleinwoord zomerhuisje zomerhuisjes

Zelfstandig naamwoord

zomerhuis o

  1. huis om de zomer en de vakanties door te brengen
    • Zij denken erover een zomerhuisje te kopen in het zuiden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zomerhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.