ziekenappel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·ap·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenappel ziekenappels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ziekenappel o

  1. (militair) het zich melden wanneer men ziek is ter beoordeling door de meerderen
    • Ik had nog uit Amersfoort zoo'n grijze klompsok en die trok ik over mijn bloote voet heen en toen op het ziekenappèl. We stonden daar allen en met veel bekenden en allen mankeerden we wat.[1] 
Schrijfwijzen
  • Het accent op de laatste e is bij de spellingswijziging van 2005 verdwenen.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ziekenappel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.