zeshonderdzestig

Nederlands

0660
zeshonderdzestig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·hon·derd·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zeshonderdzestig

  1. "660", het getal tussen zeshonderdnegenenvijftig en zeshonderdeenenzestig, zeshonderd plus zestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderdzestig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdzestig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • zeshonderdzestigste

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdzestig" ht als linkerdeel

  • zeshonderdzestigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderdzestig zeshonderdzestigs
verkleinwoord zeshonderdzestigje zeshonderdzestigjes

Zelfstandig naamwoord

zeshonderdzestig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 660 is aangeduid
    • Als jij zeshonderdzestig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

zeshonderdzestig mv

  1. groep van 660 eenheden
    • Die zeshonderdzestig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zeshonderdzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.