zekerheid

Nederlands

Uitspraak

Geluid: zekerheid (hulp, bestand)
IPA: /'zekərɦɛɪt/

Woordafbreking

ze·ker·heid

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van zeker met het achtervoegsel -heid.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zekerheid	zekerheden
verkleinwoord	zekerheidje	zekerheidjes

Zelfstandig naamwoord

zekerheid v

het uitgesloten zijn van andere mogelijkheden

- Had je maar zekerheid!
(juridisch) onderpand

Hyponiemen

handelingszekerheid, heilszekerheid, rechtszekerheid

Afgeleide begrippen

zekerheidshalve, zekerheidsmaatregel, zekerheidsrecht, zekerheidsregeling, zekerheidsstelsel, zekerheidssysteem, zekerheidstelsel, zekerheidstelling, zekerheidsuitgave, zekerheidswetgeving

Verwante begrippen

veiligheid

Vertalingen

1.

Engels: certainty ^(en)

Spaans: certeza ^(es) v, certidumbre ^(es) v, seguridad ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord zekerheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zekerheid' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.