zeeleeuw
Nederlands
Woordafbreking
- zee·leeuw
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zeeroofdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1619 [1]
- samenstelling van zee en leeuw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeeleeuw | zeeleeuwen |
verkleinwoord | zeeleeuwtje | zeeleeuwtjes |
Zelfstandig naamwoord
zeeleeuw m
- grote oorrob
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. grote oorrob
Gangbaarheid
- Het woord zeeleeuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zeeleeuw' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.