zeebioloog
Nederlands
Woordafbreking
- zee·bio·loog
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en bioloog (uit het Grieks: βίος, bíos "leven")
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeebioloog | zeebiologen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zeebioloog m
- (wetenschap), (beroep) iemand die zich toelegt op de studie van het leven in zee
- Hij wil zeebioloog worden.
Vertalingen
1. iemand die zich toelegt op de studie van het leven in zee.
Gangbaarheid
- Het woord zeebioloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.