woud

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woud    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Nederland) /ʋʌːut/
    • (Vlaanderen) /ʋʌːt/
Woordafbreking
  • woud
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘natuurlijk bos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 793 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord woud wouden
verkleinwoord woudje woudjes

Zelfstandig naamwoord

woud o

  1. groot bos
    • In dat woud verdwaal je gemakkelijk. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord woud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.