woud
Nederlands
Woordafbreking
- woud
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘natuurlijk bos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 793 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woud | wouden |
verkleinwoord | woudje | woudjes |
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. groot bos
Gangbaarheid
- Het woord woud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'woud' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.