oerwoud

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oer·woud
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van woud met het voorvoegsel oer-
enkelvoud meervoud
naamwoord oerwoud oerwouden
verkleinwoord oerwoudje oerwoudjes

Zelfstandig naamwoord

oerwoud o

  1. woud, grotendeels in zijn natuurlijke, ongeschonden staat
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • oerwoudachtig, oerwoudbewoner, oerwoudboom, oerwouddier, oerwoudgebied, oerwoudgeluid, oerwoudmens, oerwoudnatuur, oerwoudplant, oerwoudstreek, oerwoudtrommel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oerwoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.