woongebied

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woongebied    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwoŋɣəˌbit/
Woordafbreking
  • woon·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woongebied woongebieden
verkleinwoord woongebiedje woongebiedjes

Zelfstandig naamwoord

woongebied o

  1. stuk land dat bestemd is voor de huisvesting van mensen en de daarbij horende voorzieningen
  2. streek of stuk land waar een bepaalde persoon of groep mensen woont
  3. (dierkunde) land waarin een bepaalde diersoort van nature voorkomt
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord woongebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.