natuurgebied
Nederlands
Woordafbreking
- na·tuur·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van natuur en gebied
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurgebied | natuurgebieden |
verkleinwoord | natuurgebiedje | natuurgebiedjes |
Zelfstandig naamwoord
natuurgebied o
- een gebied met opvallende eigenschappen als het gaat om flora, fauna, geologische of landschappelijke gesteldheid, zoals dit bijvoorbeeld tot uiting komt in een grote uitgestrektheid of biodiversiteit
Gangbaarheid
- Het woord natuurgebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'natuurgebied' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.