witloof
Nederlands
Woordafbreking
- wit·loof
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wit en loof [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witloof | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) (voeding) (groente) Cichorium intybus
(var. foliosum) in Vlaanderen een naam voor het loof van cichorei, witlof, Brussels lof, witlof
Verwante begrippen
- andijvie, bladcichorei, cichorei, chikorei, frisee, groene suikerij, groenlof, krulandijvie, radicchio rosso, rode suikerij, roodlof, suikerbrood
- bladcichorei, cichoreiwortel, koffiecichorei, wortelcichorei
Gangbaarheid
- Het woord witloof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'witloof' herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.