cichorei

Nederlands

Cichorium intybus

Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plant waarvan de wortel voor smaakverbetering van koffie gebruikt wordt’ voor het eerst aangetroffen in 1484 [1]
[2]

cichorei v / m [3]

(plantkunde) (voeding) (groente) Cichorium intybus een of meer samengestelde lintbloemige planten van de soort Cichorium intybus var. sativum
(voeding) vervangingsmiddel voor koffie, gemaakt van de gebrande en vervolgens gemalen wortels van deze plant

bladcichorei, Brussels lof, cichoreiwortel, rode sla, slacichorei, wilde cichorei, witlof, witloof, wortelcichorei

1.

Spaans: achicoria ^(es) v, achicoria amarga ^(es) v, achicoria de Bruselas ^(es) v, achicoria de café ^(es) v, achicoria de hoja ^(es) v, achicoria de raíz ^(es) v, achicoria silvestre ^(es) v, almirón ^(es) m, almirón amargo ^(es) m, amargón ^(es) m, ambubeya ^(es), camaroja ^(es), camarroya ^(es) v, chicoria ^(es) v, endibia ^(es) v, endivia ^(es) v, endivia belga ^(es) v, escarola ^(es) v, flor de noche ^(es) v, hierba del café ^(es) v, radicchio ^(es), radicha ^(es), radicheta ^(es), radichio ^(es)

Het woord cichorei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'cichorei' herkend door:

65 %	van de Nederlanders;
78 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	cichorei	cichoreien
verkleinwoord	-	-