wijsheid
Nederlands
Woordafbreking
- wijs·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijsheid | wijsheden |
verkleinwoord | wijsheidje | wijsheidjes |
Zelfstandig naamwoord
wijsheid v
- de mate waarin men wijs is
Synoniemen
- [1] levenswijsheid
Hyponiemen
- beurswijsheid, boekenwijsheid, boerenwijsheid, mediawijsheid, schoolwijsheid, tegeltjeswijsheid, volkswijsheid
Afgeleide begrippen
- wijsheidsliteratuur, wijsheidstand
Uitdrukkingen en gezegden
- Als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
iemand die te veel heeft gedronken is niet meer in staat goede beslissingen te nemen
- De wijsheid in pacht hebben
doen alsof je ergens uitgebreid verstand van hebt
- Voorzichtigheid is de moeder der wijsheid ( of van de porceleinkast)
- Zuinigheid die de wijsheid bedriegt
door het baseren van een beslissing (bv aankoop) op basis van hoeveel iets kost, levert dit later juist extra problemen en kosten met zich mee zodat iemand duurder uit is
- Wijsheid komt met de jaren
Naarmate men ouder wordt, wordt men wijzer.
Vertalingen
1. de mate waarin men wijs is
Gangbaarheid
- Het woord wijsheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wijsheid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.