wijsheidstand
Nederlands
de ligging van de vier wijsheidstanden
Woordafbreking
- wijs·heids·tand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wijsheid zn en tand zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijsheidstand | wijsheidstanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wijsheidstand m [1]
- de achterste kies van iedere kaakhelft van het volwassen gebit van een mens
- In enkele oude drukken van Van Dale staat het volgens het Genootschap Onze Taal nog duidelijker: ‘een der achterste kiezen onder en boven aan beide zijden in den mond, welke eerst verschijnt wanneer het verstand tot rijpheid gekomen is’. Vandaar ook de Engelse wisdom tooth, de Duitse Weißheitszahn, de Franse dent de sagesse en de Belgische wijsheidstand of het wijsdomtandekke – afgeleid van het Latijnse dens sapientiae ofwel de ‘tand der wijsheid’.[2]
Gangbaarheid
- Het woord wijsheidstand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wijsheidstand' herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.