westerling
Nederlands
Woordafbreking
- wes·ter·ling
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van west met het invoegsel -er- met het achtervoegsel -ling dat een mannelijke persoon aanduidt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | westerling | westerlingen |
verkleinwoord | westerlingetje | westerlingetjes |
Zelfstandig naamwoord
westerling m
- iemand uit het westen
- Voor haar afstuderen interviewde Leontien Twentenaren in Twente en Den Haag, westerlingen die in Twente zijn gaan wonen en rasechte Hagenezen. [1]
- iemand uit de westerse wereld[2]
- Anton Geesink wist als eerste westerling de wereldtitel in de judoklasse alle categorieën te behalen.
Afgeleide begrippen
- westerlinge
Vertalingen
1. iemand die in het Westen, de westerse wereld woont of daarvan afkomstig is
Gangbaarheid
- Het woord westerling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'westerling' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Ditzhuyzen, J. van Twentenaren houden niet van Haagse kak (29 juli 1996) op website Trouw.nl; geraadpleegd 2015-07-20
- Op Wikipedia staat een artikel met meer informatie over het begrip westerse wereld.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.