oosterling
Nederlands
Woordafbreking
- oos·ter·ling
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van oost met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -er- dat een mannelijke persoon aanduidt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oosterling | oosterlingen |
verkleinwoord | oosterlingetje | oosterlingetjes |
Zelfstandig naamwoord
oosterling m
- iemand uit het oosten
- iemand uit Azië
- een groep verwante kattenrassen
Antoniemen
- [1],[2] westerling
Afgeleide begrippen
- oosterlinge
Gangbaarheid
- Het woord oosterling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oosterling' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.