werpen
Nederlands
Woordafbreking
- wer·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
werpen |
wierp |
geworpen |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
- overgankelijk met een krachtige zwaai van de arm iets uit de hand naar iets of iemand heen laten gaan
- Hij wierp de bal naar de andere kant van het veld.
- overgankelijk (van zoogdieren) ter wereld brengen, baren
- In de melkveehouderij laat de boer zijn melkkoeien regelmatig jongen werpen, zodat de moederkoeien melk blijven geven.
Synoniemen
- [1]: gooien
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. met een krachtige zwaai van de arm iets uit de hand naar iets of iemand heen laten gaan
2. (van zoogdieren) ter wereld brengen, baren
Gangbaarheid
- Het woord werpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'werpen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "werpen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- werpen op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.