inwerpen
Nederlands
Woordafbreking
- in·wer·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in bw en werpen ww [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inwerpen |
wierp in |
ingeworpen |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
inwerpen
- overgankelijk met een worp iets ergens inbrengen
- Zij hadden hun hoofddeksels uit vreugde de lucht ingeworpen.
- overgankelijk door iets te werpen stuk maken
- Ik (…) vrees niettemin dat zij vroeg of laat hun eigen ruiten zullen inwerpen, indien zij voortgaan zich meer als scherprechters dan als herders te gedragen. [2]
- overgankelijk (sport) met een worp weer in het spel brengen
- De bal werd snel ingeworpen en daarna feilloos voorgezet.
Gangbaarheid
- Het woord inwerpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inwerpen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.