gooien
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gooien (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈχoːi̯ən/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɣoːi̯ən/
Woordafbreking
- gooi·en
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘werpen’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
- Afkomstig van het Middelnederlandse goyen. [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gooien |
gooide |
gegooid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
gooien [3]
- overgankelijk het door de lucht verplaatsen van een voorwerp, al dan niet naar een doelwit
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- gegooi, gooi-en-smijtfilm, gooi-en-smijtwerk, gooier
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. het door de lucht verplaatsen van een voorwerp, al dan niet naar een doelwit
Gangbaarheid
- Het woord gooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gooien' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.