employé

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·ployé
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord employé employés
verkleinwoord employeetje employeetjes

Zelfstandig naamwoord

employé m [2]

  1. (beroep) werknemer
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • balie-employé, bankemployé
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord employé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  employé    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑ̃.plwa.je/
  enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
mannelijk   employé     l'employé     employés     les employés  
vrouwelijk   employée     l'employée     employées     les employées  

Zelfstandig naamwoord

employé m

  1. werkkracht, employé, werknemer, bediende
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.