weerwolf
Nederlands
Woordafbreking
- weer·wolf
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘mens die zich in wolf verandert’ voor het eerst aangetroffen in 1165 [1]
- Samenstelling van weer (man) en wolf [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerwolf | weerwolven |
verkleinwoord | weerwolfje | weerwolfjes |
Zelfstandig naamwoord
weerwolf m
- (mythologie) een mythisch wezen dat bij volle maan van mens in wolf verandert
- In dit televisieprogramma delen een weerwolf, een vampier en een geest een huis.
Afgeleide begrippen
- weerwolfsziekte
Vertalingen
. een mythisch wezen dat bij volle maan van mens in wolf verandert
Gangbaarheid
- Het woord weerwolf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weerwolf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.