mythologie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • my·tho·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geheel van de mythen van een volk’ voor het eerst aangetroffen in 1777 [1]
  • Van het Griekse μυθολογία, /mythologia/, wat van μυθος, /mythos/, (=verhaal) en λογος, /logos/, (=studie) komt.
  • afgeleid van mythe met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord mythologie mythologieën
verkleinwoord mythologietje mythologietjes

Zelfstandig naamwoord

mythologie v

  1. verzameling mythen van een volk, godsdienst of sociale groep
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord mythologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

mythologie v

  1. mythologie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.