weekenddag

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • week·end·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weekenddag weekenddagen
verkleinwoord weekenddagje weekenddagjes

Zelfstandig naamwoord

weekenddag m

  1. een dag op het weekend.
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'weekenddag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.