wanklank
Nederlands
Woordafbreking
- wan·klank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wan bn en klank zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wanklank | wanklanken |
verkleinwoord | wanklankje | wanklankjes |
Zelfstandig naamwoord
wanklank v/m
- (muziek) een geluid dat de muziek verstoort
- De voobijrazende brandweer veroorzaakte met zijn luide sirene een wanklank tijdens het concert.
- overdrachtelijk een gebeurtenis of daad die de sfeer bederft
- De enige wanklank tijdens het geslaagde feest was de ruzie die uitbrak tussen de broer van de bruidegom en die van de bruid.
Gangbaarheid
- Het woord wanklank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wanklank' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.