walrus

Een walrus.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  walrus    (hulp, bestand)
  • IPA: /wɑlrʌs/
Woordafbreking
  • wal·rus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Zweeds, in de betekenis van ‘zeeroofdier’ voor het eerst aangetroffen in 1594 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord walrus walrussen
verkleinwoord walrusje walrusjes

Zelfstandig naamwoord

walrus m

  1. (zoogdieren) Odobenus rosmarus , een lang en vinpotig zoogdier met twee sterke en naar beneden gerichte hoektanden
    • De walrus is mijn lievelingsdier. 
Afgeleide begrippen
  • walrushuid, walrusleer, walrussenjacht, walrussensnor, walrussnor, walrustand
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord walrus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈwɔlɹəs/, /ˈwɑlɹəs/
enkelvoud meervoud
walrus walruses, walrus

Zelfstandig naamwoord

walrus

  1. (dierkunde) walrus.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.