morse

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mor·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘alfabet voor telegrafisch seinen’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord morse -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

morse o [3]

  1. (communicatie) communicatiesysteem waarbij berichten via korte en lange signalen (punten en strepen) overgebracht worden
Afgeleide begrippen
  • morsealfabet, morsebel, morsecode, morselamp, morsesignaal, morsetaal, morseteken, morsetelegraaf

Werkwoord

vervoeging van
morsen

morse

  1. aanvoegende wijs van morsen

Gangbaarheid

  • Het woord morse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
  • IPA: /mɔʁs/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  morse     le morse     morses     les morses  

Zelfstandig naamwoord

morse m

  1. (dierkunde) walrus
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.