værtshus

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈvæɐ̯dsˌhuˀs/
Woordafbreking
  • værts·hus
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense woorden vært en hus met het invoegsel -s-.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   værtshus     værtshuset     værtshuse     værtshusene  
genitief   værtshus'     værtshusets     værtshuses     værtshusenes  

Zelfstandig naamwoord

værtshus o

  1. bierhuis, café, herberg, kroeg
  1. «Hovedparten af Adriaen Brouwers arbejder skildrer tarvelige værtshuse med bønder.»
    De meeste van Adriaen Brouwers werken toenen armzalige kroegen met boeren.
Synoniemen
Hyperoniemen
  • serveringssted
  • spisested
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

værtshus, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van værtshus
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.