vreugdevuur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vreugdevuur (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈvrøχ.də.ˌvyːr/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈvrøx.də.ˌvyːr/
- (Limburg): /ˈvrøɣ.də.ˌvyːr/
Woordafbreking
- vreug·de·vuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vreugde en vuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vreugdevuur | vreugdevuren |
verkleinwoord | vreugdevuurtje | vreugdevuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
vreugdevuur o
- een groots door mensen opgebouwd en gecontroleerd vuur om iets te vieren
- Tijdens nieuwjaarsnacht werd er een groot vreugdevuur ontstoken.
Vertalingen
1. een groots door mensen opgebouwd en gecontroleerd vuur om iets te vieren
Gangbaarheid
- Het woord vreugdevuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vreugdevuur' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.