voorgeslacht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·ge·slacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorgeslacht voorgeslachten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

voorgeslacht o [1]

  1. (eng) voorouders, personen waarvan men zelf afstamt
  2. (ruim) voorouders, voorvaderen van de gehele mensheid
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorgeslacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.