vlinder

Een vlinder.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vlinder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvlɪndər/
Woordafbreking
  • vlin·der
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘insect’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1567 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vlinder vlinders
verkleinwoord vlindertje vlindertjes

Zelfstandig naamwoord

vlinder m

  1. (insecten) een schubvleugelig insect met vier gekleurde vleugels en een oprolbare tong
    • Vlinders beginnen hun leven als rups, verpoppen, en komen dan gevleugeld en wel tevoorschijn. 
  1. (kleding) een vlinderdas
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
vlinderen

vlinder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlinderen
    • Ik vlinder. 
  2. gebiedende wijs van vlinderen
    • Vlinder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlinderen
    • Vlinder je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vlinder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.