vlinderen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlin·de·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vlinderen
vlinderde
gevlinderd
zwak -d volledig

Werkwoord

vlinderen

  1. overgankelijk met een mechanische troffel een betonvloer gladstrijken
    • Je moet die vloer nog vlinderen. 
  1. inergatief ongericht, zorgeloos en zonder plan door het leven gaan
    • Je vlindert maar wat! Zul je niet eens aan je toekomst gaan denken? 
  1. ergatief (sport) met de vlinderslag zwemmen
    • Ik ben al twee keer heen en weer gevlinderd, nu ga ik wat schoolslag doen. 

Gangbaarheid

  • Het woord vlinderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.